| |||
Nieuws Auteur |
Utopisch Alfabet
Anne Provoost Het boeiendst aan onze geschiedenis vind ik de gemiste boch-ten. Op welk punt van onze tijdslijn zijn we er niet in geslaagdde ommekeer te maken die nodig was om het aanzien van onzeleefomgeving te verbeteren? ‘De piramidestad bouw je over een rivier. De schuin toelopendetop is in negen hoogtes verdeeld, iedere verdieping inwijkend, degrondvlakken geschrankt, en met aan elke kant een reeks inke-pingen voor de bezonning. In het hart van je piramidestad planje de meest omvangrijke ruimte, de plek waar op zondag alle bewoners naartoe komen: je bedehuis. Daaronder de opslag-plaatsen, onder de opslagplaatsen de haven, en onder de havende rivier waarlangs goederen worden aangevoerd. In het waterzet je schepraden die niet alleen de zware stenen van de mulderdoen draaien, maar een heel systeem van hefbomen en tandwie-len in gang houden. Je verdeelt er je handelswaar mee en jebrengt er je afval mee naar beneden. Het stelsel zwoegt dag ennacht. Je vestiging draait en tikt als de binnenkant van een klok. Je pompt water tot in alle hoeken. Ventilatieschachten openenen sluiten zich. De looiers en de slagers huisvest je bovenaan, want hun luchtmoet vervliegen, maar diep in je piramide plan je de werkruim-ten van de parfumeurs en de ovens van de bakkers, zodat on-danks de schouw die de rook van alle schoorstenen verzameltde geur van hun baksels en brouwsels zo lang mogelijk blijft han-gen. Door de luchttoevoerbuizen galmen als een hartslag dekerkklokken, dus elkeen weet altijd hoe laat het is, hoe de windook staat. Eveneens in dat diepe binnenste voorzie je de ruim-ten die geen ramen nodig hebben: de keukens, de slaapzalen, degevangenis, het theater, het gerechtsgebouw, de gelagzaal, dehoerenkast en het dodenhuis. Daaromheen, op de bast van jebouwwerk, leg je kamers aan die met grote ramen op terrassenuitkijken: de eetzalen, de kantoren, de leslokalen, de gastenver-trekken, de ziekenboegen en de dierenverblijven. De terrassenzijn, dat had u al begrepen, de daken van de onderliggende ver-diepingen. Je vindt er de groentetuinen, de boomgaarden, dewasplaatsen, de kerkhoven. Ze lopen af als een cascade, waar-door de stad van buitenaf op een groene heuvel lijkt, en niet on-nodig de aandacht trekt. Zo ziet je citadel er voor de bezoekeruit: als een verheffing in het landschap, ter hoogte van het maai-veld de stadspoorten, en achter de stadpoorten de trappen. Detrappen zijn het mooist. Ze zorgen ervoor dat je niet alleen dehorizontale en verticale lijnen van je volume benut, maar ookde diagonale: ze maken je nederzetting compact, ze houden haarbij elkaar als een spier.’
Hoofdpagina's: ZonKijken | Arkvaarders | Roos&zwijn | Vallen | Grindewal | Springdag | Beminde Ongelovigen |