Ik wilde een boek maken waarin de gangbare kijk op het leven helemaal wordt omgekeerd. In plaats van ervan uit te gaan dat de wereld bij aanvang bestaat, en dat elk kind dat geboren wordt er een plaats in krijgt, wilde ik vertrekken van de ervaring die ik zelf als kind had: ik dacht dat de wereld zich pas ontvouwde als ik hem betrad. In de psychologie noemt men dat gevoel ‘solipsisme’. In gesprekken met jonge kinderen hoor ik regelmatig echo’s van deze ervaring: ze denken dat de wereld bij hen begint, en zich pas ontwikkelt naarmate zij die wereld ontdekken. Ik vind dat een mooie gedachte, die gelukkig stemt. Ouder worden betekent voor mij het omgekeerde: beseffen dat de wereld al heel lang bestaat, en dat het leven ook zonder mij zal blijven doorgaan. En dat is opnieuw een troostende gedachte.
De samenwerking met de illustrator
Ik had een verhaallijn maar nog geen tekst. An had nog nooit eerder geïllustreerd zonder tekst. We belden elkaar lang en veel op om over het boek te praten. An tekende met een rietpen en inkt. Ze maakte gebruik van haar verzameling wikkels en pakpapiertjes om de personages herkenbaar te maken. Het motief van de binnenkant van de koffer stemt telkens overeen met de kledij van ieder personage. Zo kan de lezer blijven volgen wie bij welk koffertje hoort. Ik vroeg An om in de leegte van de steppe een plaatsaanduiding te voorzien. An zorgde voor een keitje, een doodsimpel idee waardoor de lezer toch altijd weer ziet waar Zsofi zich bevindt. Ze experimenteerde met transparantie: omdat de tekeningen niet te vol mochten worden, maakte ze delen van de tekening doorzichtig. Ze verzon het warme deken waarin Zsofi zich wikkelt, en waarop de patronen en de voorwerpen staan die Kej heeft achtergelaten. Helemaal op het einde, als de lente komt en Kej springt, verschijnt er groen, nieuw leven.
Verhouding tekst tekeningen
Hoe de tekeningen en de tekst met elkaar communiceren zie je in de symboliek van het hemdje van Zsofi. Zsofi is naakt tot Kej op het appel verschijnt. Als Kej aankomt hangt uit haar koffer een hemdje met een motief van 'eierdooiers', zoals An dat graag noemde. In de tekst wordt van dat hemdje nergens melding gemaakt, maar als wordt verteld dat Kej en Zsofi onafscheidelijk zijn, zie je op een kleine tekening hoe Kej Zsofi aankleedt. Op de laatste tekening zie je dan hoe, nadat Kej is weggegaan, Zsofi nog steeds het hemdje draagt, en daar bovenop het wikkeldeken met de (materiële en immateriële) inhoud van Kejs valies. An laat met de tekeningen zien dat de wereld van Zsofi zich prent na prent verder opvult. Het wordt ook steeds warmer, zoals in een goed leven...
Geluidsnabootsingen
Ik gebruik in de tekst veel onomatopeeën omdat ik denk dat voor boreling vooral de geluiden overweldigend zijn. Het licht kan de baby nog buitensluiten met zijn oogleden, maar tegen al het plotse lawaai om zich heen heeft hij geen verweer. Om het geluid te benadrukken heeft lay-outer Dries Desseyn een afzonderlijk lettertype gebruikt, in een andere kleur.
Voorleesboek
An en ik vonden het van belang dat het een echt voorleesboek was. We wilden niet een boek maken dat kinderen zomaar toegestopt zouden krijgen. De volwassene die het boek in handen krijgt moest door de lay-out en de woordkeuze meteen zin krijgen in expressief voorlezen. Vandaar ook weer de lay-out met de vergrote klanknabootsingen.
Filosoferen met kinderen
Ik heb dit verhaal al tientallen keren voorgelezen, aan kinderen zowel als aan volwassenen, in verschillende landen en culturen. De vragen die bij de lezers opkomen zijn divers en filosofisch. Wie is de vrouw van mijn leven? Wie is de man van mijn leven? Hoe zijn de personages aan elkaar verwant? Waarom is de koffer van Kej zo vol? Waar komt Kej terecht? Wat laat ze achter? Wat zat er in mijn koffer toen ik werd geboren? Zitten er dingen in die ik nog niet heb gevonden? Heeft mijn vriendin meer geluk met wat er in haar koffer zit? Als ik op een ander continent was geboren, had ik evenveel in mijn koffer zitten? Zijn er kinderen die met een lege koffer aankomen?
An en ik hebben ons bij onze gesprekken erg geamuseerd met de 'maatschappijkritiek' van het verhaal. Hebben de ouders het te druk, en komt de echte warmte van de grootouder? We hebben lang gediscussieerd over de 'bagage' van de vader en de moeder. De moeder brengt al het nodig mee, de vader een paard. Wat zegt die over hun rollen en hun plaats in het gezin? We vonden het ook mooi dat Kej zelf beslist wanneer haar tijd is gekomen. We hebben het voor de grap wel eens 'ons boek over vrijwillige levensbeëindiging' genoemd. En als we ernstig waren noemden we het geen kinderboek, maar een 'grootouder-en-kinderboek'.
Over het algemeen vind ik het best wel verbazend dat volwassenen, ook recensenten, er zo makkelijk van uit gaan dat een boek voor kinderen door kinderen ook helemaal moet worden begrepen. Begrijp ik altijd alles van de boeken die ik als volwassene lees? Er zouden meer boeken op de markt mogen komen die wel voor kinderen zijn geschreven, maar waarvan het duidelijk is dat het niet de bedoeling is dat kinderen ze op hun eentje doornemen. Je zegt tegen een achtjarige toch ook niet: ga maar alleen naar de bioscoop? Er zijn nu eenmaal kinderboeken die je beter samen met een volwassene leest. Lezen kan dan een gedeelde ervaring zijn, een moment van tijd voor elkaar en voor het verhaal. Ik hoop dat Springdag zo'n boek is.
Het werkproces van An Candaele