| |||
Nieuws Auteur |
InterviewsGazet van Antwerpen, 24 maart 2007 'De langverwachte roman voor volwassenen', kondigt uitgeverij Querido de nieuwe van Anne Provoost aan. In de zon kijken is haar meest intimistische werk totnogtoe. De redenen legt ze bloot in dit gesprek met redactrice Martine Cuyt. In haar roman volgt Provoost een rouwende moeder door de ogen van een dochter. De blik van het kind is scherp als die van een cameralens. Een behoorlijk politiek gesprek over een weinig politiek boek, over manieren van kijken, de blik in gevaar, reizen, plattelandsgemis, ecologische daden, lezen, schrijven, rouw en hoe google de literatuur verandert. Chloë Vanderweert woont met haar ouders en haar halfzusje op het Australische platteland. Als haar vader na een val van zijn paard om het leven komt, probeert haar moeder het bedrijf draaiende te houden. In De arkvaarders was de moederfiguur lam. Ze beweegt alleen nog haar ooglid, en zo communiceert ze met haar dochter. In In de zon kijken wordt de moeder langzaam blind. "De verstandhouding die kan liggen in het uitwisselen van een blik heeft me altijd geboeid. De oogopslag is een uiting van aantrekking of afwijzing. Denk aan hoe twee mensen als door een bliksemslag kunnen worden getroffen alleen maar door elkaar aan te kijken. Het boeit me om te weten wat er gebeurt als de blik in gevaar is. Een kind heeft de liefdevolle, supporterende blik van zijn ouders en opvoeders nodig om te kunnen groeien. Ik wilde ook onderzoeken hoe een kind naar de problemen van de volwassenen kijkt, en hoe volwassenen op de aanblik van het kind reageren." In de zon kijken zit vol al dan niet verdwijnende vormen van kijken. De aanvankelijk fotograferende moeder zoomt in en legt vast, de personages observeren voortdurend. Bij het lezen is het alsof je in de filmzaal zit: je galoppeert mee de vlakten door, je ruikt het land en de chocolade van de gebakjes. "Mijn interesse ging bij het schrijven inderdaad vooral naar het kijken. In kijken zit zo goed als altijd een oordeel. We willen graag geloven dat de lens neutraal is, maar dat klopt niet. De lens maakt aantrekkelijk, erotiseert zelfs. In de krant zie je elke dag hoe de camera werkt als oestrogeenmagneet. Wie gefotografeerd wordt, wint. In de politiek kan een heel team van mensen hard werken, het is de persoon die voor de lens loopt die met de pluimen gaat lopen. Denk maar aan hoe het hier in Antwerpen is verlopen met de jongste verkiezingen: alle punten gingen naar de burgemeester want hij stond op de covers van de magazines. Maar het verhaal dat ik heb geschreven gaat ook over de angst voor de blik van een ander. De tweede dochter van de moeder in het boek pubert. Zij begrijpt helemaal niet dat het kijken van haar moeder liefdevol is bedoeld. Voor haar is die blik controlerend en veroordelend. Ze zit in het stadium dat tieners zeggen: 'Kijk niet zo!'" "Schrijven is kijken. Het is observeren om te kunnen beschrijven." "Het boek ontrolde zich voor mij als een slideshow. De twaalf hoofdstukken zijn bevroren momenten in een rouwproces, als een diavoorstelling met twaalf kleine, intimistische taferelen. Soms lijkt het alsof de dia's door elkaar zitten. De vertelling loopt niet lineair, maar is grillig als een koortscurve. Een jaar na de dood van haar man overvalt de moeder een nieuwe verliefdheid, maar het volgende hoofdstuk schiet de weerbaarheid alweer onder het vriespunt en kan de romance niet doorgaan. Mensen die een groot verdriet verwerken komen niet trapsgewijs uit hun dal, denk ik. Hun herstel verloopt met pieken en dalen." En dat wilde je laten zien. "Ik wilde als schrijver van dit verhaal geen commentator zijn op wat er gebeurt. Ik heb een uitgebeende manier van vertellen uitgeprobeerd, zonder veel zijsprongen. What you see is what you get is hier vrij letterlijk toegepast." Vanwege de blik van acht, dus. Wat waren de addertjes onder het gras bij het inleven in die leeftijd? "Het kind heeft geen benul van de tijd, maar haar ogen staan wijdopen. Ik probeer wat ik schrijf te doen samenvallen met de ervaring van het kind. Ik heb aan de neiging moeten weerstaan om ironisch te zijn, want uiteindelijk is dat vooral wat volwassenen doen. Het kind is onbevangen, het neemt nog geen afstand. Het is een gevoelige plaat, en de ervaringen die erin gegroefd worden zijn later maar moeilijk meer te wissen. De indrukken zijn diep en blijvend, de kans op beschadiging is groot. Zo zou je het boek ook kunnen definiëren, als een inventaris van indrukwekkende gebeurtenissen." Zit in het vertelstandpunt van het kind de crux waarom Querido je boek nu in het volwassenenfonds aanbiedt? "Dit is mijn boek met het gemakkelijkste taalgebruik en het minste seks, dus is het voor volwassenen (lacht). Nee, ernstig, ik heb het manuscript aan mijn vertrouwde redacteurs bij Querido aangeboden. De redacteurs hadden al getwijfeld bij mijn vorige boek De arkvaarders, nu wisten ze met zekerheid dat ze dit manuscript beter in een volwassenenfonds konden onderbrengen. Het vertelstandpunt in dit boek ligt wel bij een kind, maar je voelt dat de belangstelling van de vertelling vooral naar de moeder uitgaat. Het verhaal is zo opgebouwd dat het kind de zaken wel correct registreert, maar niet altijd kan interpreteren. De volwassen of jongvolwassen lezer kan dat wel. In het buitenland zijn mijn andere boeken geregeld al in fondsen voor volwassenen verschenen. Dus echt nieuw is het niet voor me." Astrid Lindgren beweerde dat ze bij het schrijven haar hele leven lang is blijven putten uit haar eigen jeugd. Is jouw jeugd ook je schatkist? "Mijn kinderen brengen mijn jeugdjaren weer in herinnering, maar ze voegen ook dingen toe. De manier waarop het kind in het boek reageert is veel meer gestoeld op wat mijn kinderen zouden kunnen zeggen of doen, dan op wat ik me van mijn jonge jaren nog herinner. Al is de eigen jeugd natuurlijk altijd een laag humus waar een schrijver uit put. De mate waarin die een rol speelt, lijkt me voer voor een psychiater, ik denk niet dat ik daar zicht op heb." Je boek speelt zich af in Australië, het enige verband met België is "een tante in Limburg". Jouw familieleden hebben zich over de hele aardbol verspreid. "In mijn familie zaten aan alle kanten 'gaten' van mensen die waren weggetrokken. Ik herinner me brieven met exotische postzegels en de feesten wanneer iemand naar huis kwam voor een bezoek. Mijn grootouders waren landbouwers in de Westhoek. Allemaal grote gezinnen, en er was maar één zoon die het boerhof kon overnemen. De anderen moesten uitwijken naar plaatsen met goeie grond: Wallonië, Canada, de V.S., Frankrijk... Er ging ook een aantal mensen naar de missies, natuurlijk. De drang om weg te trekken ging van de ene generatie op de andere: mijn moeder vertelde over haar tante in Amerika die brieven naar de Westhoek schreef waarin ze de vrouwen aanraadde om een wasmachine te kopen. En de neven en nichten van mijn generatie gaan nog steeds in alle hoeken van de wereld wonen." Je hebt het zelf ook gedaan, toch? "Daar heb ik mijn interesse voor de migratieproblematiek aan overgehouden. Mijn man en ik hebben langere tijd in Minneapolis gewoond. We hebben aan den lijve ondervonden wat het is om migrant te zijn. Het toeval wilde dat de tante en nonkel van de wasmachine daar ondertussen voor een paar honderd nakomelingen hadden gezorgd. We vielen dus gewoon van de ene familie in de andere, waardoor we ons erg welkom voelden. Ik stel me voor dat dat voor de meeste migranten wel eventjes anders is." Waarom keerden jullie terug naar België, een keer de Amerikaanse studies achter de rug waren? "Die eenzaamheid aan de andere kant van de wereld, ondanks alles. We hadden het gevoel dat het allemaal leuk zou zijn zo lang er niets ergs gebeurde. Maar wat doe je zonder je ouders, je broers en zussen, je oude vrienden in tijden van crisis? Daarenboven hadden we geen vertrouwen in het sociale zekerheidssysteem van de USA. We wisten dat onderwijs, openbaar vervoer, ziekenzorg daar behoorlijk anders ingevuld zijn dan bij ons." Je koos niet de States, maar Australië als locatie voor je nieuwe boek. "Ik wilde het graag hebben over dat gevoel van ontworteld zijn, ver weg van je familie en je geschiedenis. Dus zocht ik naar een plek waar alles anders is, waar zwanen zwart zijn en kerstmis midden in de zomer valt. Ik wilde de grootst mogelijke verbazing en vervreemding bij mezelf teweegbrengen, zodat ik me die eenzaamheid weer helemaal kon voorstellen." Hoe verklaar je de verstilling in dit boek? In de zon kijken is veel intimistischer dan je eerder werk. "Het boek is geschreven in een woelige periode. Door de activiteiten van mijn man was ons huis dag aan dag de plek voor vergaderingen en discussies over stedelijke planning, burgerinspraak, leefkwalititeit, ecologisme. We raakten betrokken bij en bij wat gebeurde rond het volbouwen van het Kievitplein. Mijn man kwam op voor de groenen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Er was ook allerlei te doen rond de vertaling van De arkvaarders in de Verenigde Staten. De telefoon stond nooit stil. Ik had er regelmatig nood aan om mij uit dat gewoel los te maken en me te concentreren op een wereld die stil en besloten was. In de zon kijken is mijn minst politieke boek omdat ik was omgeven door de politiek." De arkvaarders is - terecht - goed vertaald en gelezen, maar: de niet-fictieve wateren blijven stijgen. Een verhaal van de ziener - jij - en de frustratie? "In De arkvaarders dacht ik na over religie, uitsluiting, ecologie. Het is het verhaal van de zondvloed, en daar zit natuurlijk een verwijzing in naar ons huidige doemscenario: het stijgen der wateren. Ik schreef met de nodige eind-millennium-branie." "Eind de jaren negentig leek het nog zinvol om te waarschuwen. Nu we zeven jaar ver de nieuwe eeuw in gekomen zijn, ontstaat er, vrees ik, een soort gewenning aan de onheilsboodschappen. Nu het niet meer mogelijk is om de opwarming te ontkennen, komen we in een fase van schijnoplossingen. Telkens als iemand iets suggereert om de opwarming tegen te gaan, begint weer die oude argumentatie die ons terug de vorige eeuw in trekt: pas op voor het verlies van banen, denk aan het belang van economische groei. In eenzelfde nieuwsbulletin krijg je te horen dat er te veel roetdeeltjes in de lucht zitten en dat de diesel vanaf vandaag goedkoper wordt. Hoe slim de mens ook is, we lijken toch nooit goed in staat om de gevolgen van onze ingrepen goed te overzien. Genetische manipulatie ontwikkelt veel sneller dan het ethisch inzicht terzake. Ik wilde mezelf en mijn lezer dwingen tot vertraging. Stilstaan zodat je tijd hebt om vooruit te kijken." Je woont in de stad, maar je boek zit vol verlangen naar het platteland. "In de zon kijken is voor mij het boek over innerlijke verstedelijking. Het is mijn fermette op den buiten (lacht). In mijn geest heb ik een verlangen naar de vrije natuur, maar ik er zal nooit gaan wonen omdat dat het einde betekent van die vrije natuur." Dus verhuis je in je hoofd, in je boeken? "Een boek schrijven over verre horizonten, weidse landschappen en exotische gewassen was voor mij een milieuvriendelijke maatregel. Ik wil me niet blijven verplaatsen om de mooiste plekken van de wereld te bezichtigen, ik wil ze bezoeken in mijn hoofd. Met een beetje geluk heeft de lezer ook die ervaring. We laten het onbetreden gebied met rust, en toch zijn we er geweest." Is de toekomst aan de cyberruimte? "De arkvaarders schreef ik nog zonder Google. Er was wel al Altavista en Yahoo, maar toen ik 'Ark van Noach' intikte, kreeg ik eind de jaren negentig welgeteld vier lemma's: alle vier dierenwinkels (grinnikt). Vroeger was opzoeken een deel van het schrijfwerk. Non-fictie bepaalde de fictie. Nu kun je met de webcam de berg Ararat afdalen vanuit je huiskamer. Ik stel me dus inderdaad de vraag hoe Google de literatuur zal veranderen. Het realiteitskarakter van een roman is niet meer zo belangrijk. Iedereen kan alles vinden. Als schrijver ga je de authenticiteit minder zoeken in het geografische of historische, de echte authenticiteit zit nu in het psychologische. Literatuur zal zich vrijer kunnen bewegen, verwacht ik. Als schrijver heb ik nu in ieder geval het gevoel dat ik niet meer alles wil controleren. Het heeft geen zin, de mogelijkheden zijn eindeloos, dus het is beter om je op andere dingen te concentreren: de beelden, de taal, de inzichten. Behalve voor het world wide web blijf je dus voor de(ze) stad gaan? "De stad is de enig houdbare leefformule. Het is de leefvorm van de toekomst. We moeten leren dicht op elkaar te wonen. We zijn nu eenmaal met velen, inmiddels. De tijd dat we onze buren niet wilden horen of zien is voorbij. We zullen onze buurman niet meer kunnen ontlopen. We moeten leren leven met zijn geluiden. En daar zal verdraagzaamheid voor nodig zijn." Het papier van je boek is FCS-gecertificeerd - geen bosvernietiging, dus. Schrijven is voor jou "het uitrekken van het empathisch vermogen van de lezer, die lezer de kans geven om in andermans schoenen te staan." Dat zou dan "tot meer begrip en een rechtvaardiger oordeel kunnen leiden." Heb je geen zin om je engagement ooit in explicietere vorm te gieten: de politiek? "Bij de volgende verkiezingen sta ik op de lijst Groen! voor de Senaat. Ik vind het van belang dat er een partij is die inzet op kleinschaligheid en zorgzaamheid, en die pleit voor doortastendheid." ![]() Hoofdpagina's: ZonKijken | Arkvaarders | Roos&zwijn | Vallen | Grindewal | Springdag | Beminde Ongelovigen |