De Standaard, woensdag 4 augustus 2004
Anne Provoost. 'Het gevoel een vreemde te zijn, is me dierbaar'
Foto: 'Ik zal altijd het stedelijk weefsel opzoeken. Nieuwbouw in een verkaveling is niets voor mij.
De schrijfster Anne Provoost (39) is net terug uit de Verenigde Staten. Haar eigen interpretatie van het zondvloedverhaal, De arkvaarders, wordt er op de markt gebracht als In the Shadow of the Ark. De literatuur bracht Anne voor even terug naar haar vroegere verblijfplaats. Nu woont ze ,,dicht bij de boeken'' in Borgerhout, maar ze voelt zich nog steeds een beetje een immigrant in Antwerpen.
Mijn man en ik moesten vanuit de Verenigde Staten beslissen waar we ons zouden vestigen na het verlopen van onze verblijfsvergunning. We bogen ons over de landkaart en vroegen ons af in welke stad van België we het liefste wilden terechtkomen. ,,Dichtbij de boeken'', luidde het antwoord. We dachten dat dat Antwerpen moest zijn, ook al kenden we de stad maar van een paar bezoekjes. En het is dus Antwerpen geworden, meer bepaald Borgerhout.
Hebt u nog een sterke band met uw geboorteplaats?
Weggaan van de plek waar ik opgroeide (Provoost is geboren in Poperinge, nvdr), heb ik altijd noodzakelijk gevonden. Ik wist al vrij vroeg dat ik voor een tijd in het buitenland wilde gaan wonen. Ontwortelen, helemaal op je eigen benen staan, alles zelf moeten doen, een cultuurschok ondergaan. Ik woon nu al jaren weer hier, maar ik vergeet nooit wat het betekent om je land achter te laten. Dat is trouwens erg nuttige kennis als ik in mijn buurt al die mensen van andere nationaliteiten tegenkom.
Wat vindt u het mooiste plekje in Borgerhout?
Mijn lievelingsplek is de brug over de snelweg tussen Borgerhout en Deurne. Het is er lawaaierig en stinkt er naar diesel. Met buurtbewoners en de vereniging BorgerhouDt van Mensen zetten we momenteel alles op alles om er op middellange termijn een overkapping te bouwen. Als dat lukt, zouden de auto's ondergronds gaan en wordt die zone een groot park, dat aansluit bij het Rivierenhof. Borgerhout heeft het stigma van een probleembuurt. Een deel van die problemen ontstaat door gebrek aan groene ruimte. Sinds dat ringparkproject is de plek waar ik vroeger een hekel aan had, een droomplek geworden.
Wat is de grootste troef van uw woonplaats?
Vrienden uit andere Europese steden zijn er altijd verbaasd over dat wij zo horizontaal wonen. We wonen in de stad op de gelijkvloerse verdieping, met contact met de tuin en de straat. In vele andere Europese binnensteden ben je veroordeeld tot verticaal wonen: hoog boven de begane grond en zonder tuin. Ik houd heel erg van rijtjeshuizen: buren warmen zich er letterlijk en figuurlijk aan elkaar. Ik zit graag ingesloten. Als je ingesloten zit, ben je verplicht je de vraag te stellen: hoe raak ik hier uit? En die vraag maakt je creatief.
Staat er in Borgerhout een gebouw dat volgens u de sloophamer verdient?
Vooraan in onze straat staat een pand dat het beeld van de buurt bepaalt. Een paar jaar terug werd het openbaar verkocht. Enkele mensen die ik ken hadden fabelachtige plannen: ze zouden er een bed and breakfast van maken. Een jong architectenkoppel wou het pand dan weer opkalefateren en als uithangbord voor hun praktijk gebruiken. De idealisten boden tegen elkaar op, maar haalden het niet. De hoogste bieder bleek de stad Antwerpen te zijn. Die kocht het gebouw om het voor verkrotting te behoeden, maar sindsdien staat het te verkrotten en is het dag na dag meer klaar voor de afbraak.
Is er nog iets dat u stoort in de buurt?
De heraanleg van de Kievitwijk hier om de hoek. Daar wordt een kantoorwijk opgetrokken. Alle deskundigen en de meeste politici zijn het erover eens dat private belangen het er gehaald hebben op stedenbouwkundige kwaliteit, maar niemand heeft het lef dit belangrijke dossier recht te trekken.
Stel dat u opnieuw moest verhuizen, waar zou u dan willen wonen?
Ik zal altijd kiezen voor een omgeving met een geschiedenis, in die zin ben ik wel nostalgisch aangelegd. Daarom verblijf ik liefst in buurten die altijd woon- en leefomgevingen zijn geweest. Ik wil niet het gevoel hebben een indringer te zijn op een plaats waar kort voordien nog groen was. Nieuwbouw in een verkaveling is aan mij niet besteed. Waar ik ook ga, ik zal altijd het stedelijk weefsel opzoeken. In de natuur wil ik alleen nu en dan aanwezig zijn, en wel zonder het minste spoor na te laten.
In wat voor huis woont u?
Toen ik een jaar of dertien was las ik het boek Elisabeth van Maria Rosseels. Daar stond een beschrijving in van een pand met een grote trap en een nimf op de trapzaal. Ik heb toen beslist dat ik een huis wilde met trappen en een nimf op de trapzaal. Het huis dat mijn man en ik jaren geleden kochten, had wel veel trappen maar geen nimf. Dus heb ik me een badende Diane van gips aangeschaft, die er dankzij wat koperverf en een dikke laag houtlijm uitziet alsof ze er al honderd jaar staat.
Waar winkelt u graag?
Ik houd van voorwerpen met een patina. Ook wat ik koop moet een geschiedenis hebben. Het moet al door iemand gebruikt zijn. Toen ik jaren geleden op kot ging, ben ik al mijn spullen gaan halen in de bric-a-brac van de dorpjes aan de IJzer. Nu zie je me vooral in kringwinkels en tweedehandszaken.
Spreekt u het plaatselijke dialect?
Ik noem mezelf nog steeds een immigrant in Antwerpen. Het gevoel een vreemde te zijn, is me dierbaar. Ik probeer dan ook niet om het Antwerps na te bootsen. Mijn kinderen hebben wel een Antwerps accent, daar valt weinig aan te doen. Mijn man en ik spreken thuis ons West-Vlaamse dialect. Dat is onze moedertaal en we willen ook dat onze kinderen het begrijpen omdat ze nog grootouders en overgrootouders hebben aan de kust en in de Westhoek.
Engageert u zich in het verenigingsleven?
Ik heb in mijn leven veel geluk gehad. En bevoorrecht zijn, brengt verplichtingen mee. BorgerhouDt van Mensen is een bewonersvereniging die wil laten zien hoe je opbouwend kunt samenwerken en -leven. Van daaruit heb ik contact met de andere initiatieven die hier ontstaan, en dat zijn er erg veel. Borgerhout is immers een smeltkroes van ideeën en ondernemingen, een district dat een appèl doet op zijn bewoners.