Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Interviews

Gazet van Antwerpen, 22-23 september 2001
Fragment
Martine Cuyt

Anne Provoost bewerkt ark van Noach en ziet topper Vallen verfilmd.

ANTWERPEN - Dit wordt het najaar van Anne Provoost. Geruime tijd al wordt de schrijfster belaagd voor interviews. En dat terwijl haar nieuwe roman De arkvaarders pas op 5 oktober verschijnt en de verfilming van haar succesboek Vallen in première gaat op 15 oktober. Wanneer Falling negen dagen later in de cinema draait, ligt de filmeditie - tevens vijftiende druk - van de prijzenkaper in de boekhandel.

Basil (3), de jongste zoon van Anne Provoost (37), vraagt zich af waar dat water uit de kraan vandaan blijft komen. 'Wanneer moet papa nieuw water voor de kraan kopen?', vraagt hij. De verbazing is die van de personages van haar nieuwe boek De arkvaarders, die zich afvragen waar al dat water van de zondvloed vandaan blijft komen. "De zee opende haar huig en het water steeg", schrijft Anne op pagina 23. Bij haar vorige roman De roos en het zwijn - waarin ze al naar Noach verwijst! - vertrok Anne van het sprookje De schone en het beest. Dit keer werkte Noach uit de bijbel aanstekelijk. "Hervertellingen", noemt Anne Provoost ze bescheiden.

Voor de genesis van De arkvaarders moet je verder terug dan De roos en het zwijn (1997), naar een cursus dramaschrijven met veel huiswerk uit 1994. "We werden gevraagd een scène te schrijven waarin een familie aan tafel zit, etend. De opdracht was: ensceneer een gesprek dat een drastische breuk veroorzaakt op dat moment, daar. Ik dacht: ik neem een familie die al bekend is, die van Noach. En ik veroorzaak de breuk door iemand te laten zeggen: 'Dat was lekker. Wat was dat?' 'Duif!!'" Anne voelde meer verhaal in de vingers dan de twee bladzijden die ze inleverde. "Ik ben alle bijbelversies beginnen lezen en vergelijken: de Willibrord, de statenbijbel, de Nieuwe-Wereldvertaling van de getuigen van Jehova en zo nog een paar. "

"Ik probeer de mythe van de ark van Noach in een historisch kader te zetten. Soms geef ik het mythische voorrang op het historische, soms ga ik voor het historische ten koste van het mythische. Die dodo's uit de bijbel bijvoorbeeld laat ik inschepen, al kunnen ze historisch gezien niet aanwezig zijn geweest bij een Mesopotaanse vloed. De walgvogels leefden uitsluitend op Mauritanië."

"Er zijn vast een boel vloeden geweest", zegt Anne. "Ik kan me voorstellen hoe in de oudheid een boer zijn hebben en houden aan boord van een vlot brengt, een paar geiten en wat pluimvee incluis, omdat het water waar hij aan leeft stijgt. En hoe hij na dagen rondzwalpen weer aan land komt en het gevoel heeft dat hij de enige overlevende is van een grote ramp."

De naam Noach valt welgeteld één keer, op pagina 96. Bij jou is hij beter bekend als de bouwheer.
Anne Provoost: "Ik wilde van het prototype af van de dierenvriend op leeftijd. Ik wilde hem iets universelers geven, voor mij was hij een man met een plan, een megalomaan plan waar mensen hoofdzakelijk vanwege de grootsheid in meegaan. Ik heb altijd het gevoel gehad dat mijn bouwheer een willekeurige ondernemer uit bijbelse tijden kon zijn geweest, niet noodzakelijk de man van het wijdverspreide Genesisverhaal."

Je laat de lezer meelopen langs weidegronden vol snijdende grassen, scheve acacia's, vruchtloze vijgenbomen, tamarisken, bramen met tuitkelkjes, laat hem de geuren ruiken van kassia en zoete clamus. Je bent onderlegd in arkterminologie, de aan- en aflandige winden. Daar moet aardig wat studiewerk aan vooraf zijn gegaan?
Anne Provoost: "Over de moerasmensen heb ik gelezen bij Thesiger, over watercatastrofes bij Ryan en Pitman, en het echtpaar Tollmann. Verder heb ik veel historische werken over de oudheid en het Tweestromenland doorgenomen. Die wereld opnieuw uitvinden, de dagdagelijkse details invullen, dat passioneert me bij het schrijven."

Je waant je als lezer op de werf. De geur van pek komt je tegemoet, het geklop en geschaaf, het ratelen en trillen van boren. Er wordt doorgewerkt aan het schip in de woestijn. Is schrijven jouw schip? Schaven en schrappen zijn toch ook jouw vak? En zijn je boeken vervolgens jouw manier om ervoor te zorgen dat je niet wordt gewist?
Anne Provoost: "Ik schrijf omdat het me plezier verschaft, niet om 'onsterfelijk' te worden. Als de dag dat ik overlijd al mijn boeken verdwijnen, dan vind ik dat best. Boeken hebben een beperkte levensduur, en misschien is dat maar goed ook. Als ze maar tijdloos zijn op het moment dat de lezer ze ter hand neemt. Schrijven is voor mij een ambacht. Het is één grote beslommering met de techniek van het verhaal."

De schrijver geeft niet noodzakelijk antwoorden, maar hij is in ieder geval een vragensteller. Er zitten doordenkers in De arkvaarders zoals: hoe onderscheid je rechtschapenheid van angst voor straf? Of: wat betekent het om niet uitverkoren te zijn? Wie zijn de 'echte' onreinen?
Anne Provoost: "Een roman is het resultaat van de weg die je hebt afgelegd, niet van de plek waar je bent uitgekomen of wilde uitkomen. In die zin zal het verhaal geen antwoorden formuleren, of toch niet op het eerste niveau. Er zijn vele wegen. De weg die de schrijver kiest is niet degelijker of gefundeerder dan de andere. Het is vooral mooi als de lezer ertoe wordt aangezet om mee te denken, zijn eigen parallelwegen te zoeken ."

Er wordt veel gezalfd. Re Jana wordt gelovig. Pleit je - ondanks wat je net zei - voor religie?
Anne Provoost: "Re Jana is iemand die aanvankelijk in onbegrip naar het religieuze handelen van de arkvaarders kijkt. Als je god ermee dreigt de wereld te vernietigen, dan ga je toch een andere aanbidden? Uiteindelijk zal zij de god van de arkvaarders aanhangen, op een moment dat anderen op de ark zich al tegen hem beginnen te keren."

"Dit boek is voor mij vooral een exploratie van de waarden waarover men in mijn kindertijd in de mis en in de godsdienstlessen sprak: schuld, boete, uitverkorenheid, opoffering en berouw. Bij het schrijven was ik me er sterk van bewust dat het verhaal van de vloed in tientallen culturen is overgeleverd, van de Sumirische tot de islamitische."

"Meer dan in al de rest ben ik geïnteresseerd in de psychologie van religieus gedrag. En in de vraag hoe het komt dat dat gedrag de eenentwintigste eeuw heeft gehaald. Talen zijn gewijzigd, schriften, machtsverhoudingen, metrische waarden, maar de overtuigingen uit de bijbel zijn behouden."

"De dood komt als stijgend water". Je beschrijft de talloze verdrinkingen haast filmisch.
Anne Provoost: "Een aantal films heb ik bewust bekeken met het oog op mijn verhaal. 'Das Boot', bijvoorbeeld, en 'Titanic', maar ik geloof niet dat de invloed van die films zo groot is dat mijn boek er filmisch van wordt. Van bij het begin werd gezegd dat Vallen een filmisch boek was. Ik vond 'zintuiglijk' een passender woord. Filmisch betekent alles beschrijven wat je ziet, terwijl ik in mijn boeken net veel belang hecht aan geuren, gewaarwordingen, het gevoel veroorzaakt door het wrijven van huid op huid."