Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Recensies

Trouw, 11 januari 1995
Lieke van Duin

Waarom mist zij haar linkervoet?

De Vlaamse schrijfster Anne Provoost (30) is een nieuw talent in de Nederlandstalige jeugdliteratuur. In 1990 verscheen haar debuut, Mijn tante is een grindewal. Een lelijke omslag met een weinigzeggende titel verborg een goed geschreven, realistisch verhaal, waarin ze op subtiele, ontroerende wijze over incest schreef. Het boek kreeg prompt de Boekenleeuw (de Vlaamse Gouden Griffel), en werd vertaald in het Engels, Duits, Zweeds, Noors en Deens.

In Vallen zijn verschillende aspecten uit Mijn tante is een grindewal te herkennen: een zwaar onderwerp en geladen sfeer, de zorgvuldige, filmisch-realistische manier van beschrijven, soms met close-ups van details, het gebruiken van dieren als metafoor, het verbinden van verschillende verhaallijnen tot een ondeelbaar geheel, het open einde. Maar op al die fronten is haar schrijverschap gerijpt, zodat een vergelijking met auteurs als Peter Pohl en Aidan Chambers zich opdringt. Titel en omslag suggereren een roman voor volwassenen; een volwassen roman waarin het onderscheid tussen literatuur en jeugdliteratuur wegvalt ís het.

Hoofdpersoon en ik-figuur is de ongeveer vijftienjarige Lucas, een kwetsbare, onzekere, en sterk secundair reagerende jongen. Elke zomervakantie logeert hij met zijn moeder in het huis van zijn grootvader 'in de heuvels' bij het fictieve stadje Montourin, dat in België of Frankrijk zou kunnen liggen. In het nabijgelegen klooster logeert 's zomers ook vaak een meisje van Lucas' leeftijd, Caitlin, met haar moeder Ruth. Deze zomer is echter alles anders; zijn grootvader is namelijk met Kerst overleden en er komen nu in het stadje allerlei tegenstrijdige verhalen los over het oorlogsverleden van zijn grootvader. Lucas weet echter nergens van. Zijn moeder heeft hem nooit iets verteld. Uit schaamte, denkt hij later.

Meteen in het eerste hoofdstuk wordt duidelijk dat er iets ergs gebeurd is: Caitlin, die veel voor Lucas betekent, wordt na drie weken ziekenhuis per ambulance thuisgebracht. Ze mist haar linkervoet.

Dan gaat het verhaal een maand of twee terug. De geschokte lezer vliegt met de ogen over de pagina's, op zoek naar dat ene: wat is er met haar gebeurd. Anne Provoost houdt die spanning moeiteloos 260 pagina's lang vast. Maar laat Lucas eerst uitzoeken - en met hem de lezer - wat er met zijn grootvader aan de hand was. Zelfs nu verbergt zijn moeder nog van alles voor hem. En niemand geeft complete antwoorden. Caitlin is na jaren van afwezigheid weer een zomer in het klooster. Ditmaal om te trainen voor het toelatingsexamen van een dansschool. Ze wil danseres worden (en met pijn lees je de klinisch gedetailleerde beschrijvingen van hoe ze zich beweegt en hoe haar spieren zich spannen). Ze is stomverbaasd dat Lucas nergens van weet, maar ook zij houdt in haar antwoorden iets achter.

Intussen doet zich vanaf het begin nog een verschijnsel voor: er zijn vele Arabische seizoenarbeiders in de streek, voor de fruitpluk. Ze stelen als raven. In het Arabische getto van Montourin wordt een depot vol gestolen goederen gevonden, met onder meer spullen uit het huis van Lucas' grootvader. Zijn moeder voelt zich onveilig en Lucas besluit een alarmpistool te kopen.

De ontmoeting met twee jongemannen in de wapenwinkel geeft het verhaal een nieuwe wending. De oudste, Benoît, heeft wél complete antwoorden op Lucas' vragen. Hij kende Lucas' grootvader goed: het was een groot man, een idealist, die wat over had voor zijn land! En al die verhalen zijn roddels: hij heeft tenslotte alleen maar een illegale praktijk aangegeven. Wij staan in zijn traditie: wat onze landgenoten in eeuwen hebben opgebouwd willen wij beschermen. We gaan hier orde en veiligheid terugbrengen! De twee mannen willen Lucas' vrienden zijn, en vriendschap is net wat de jongen nu nodig heeft. Als hij zich in het getto waagt, op zoek naar zijn gestolen spullen, wordt hij door Arabieren in elkaar geslagen. Koren op de molen van het geraffineerde tweetal, in wier netten hij verstrikt raakt tot hij niet meer terug kan. Als hij tegenstribbelt, verzucht Benoît: 'Er zijn er die het nooit leren'.

Caitlin is de tegenpool van Benoît. Ze ruikt hoe gevaarlijk hij is: 'Niets is zo armoedig en fantasieloos als orde', zegt ze tegen Lucas. Een nieuwe diefstal is de druppel die de emmer doet overlopen voor Lucas: hij doet mee aan een extreem-rechtse betoging. En ontwaart Caitlin bij de tegendemonstratie. Dan gebeuren er ongelukken. Eerst met een leegstaand gebouw dat als asielzoekerscentrum gepland is. Daarna met Caitlin.

Het verhaal is zo rijk aan nuances, ontwikkelingen, verbanden, subplots en betekenisvolle metaforen, dat welke weergave dan ook het onrecht doet. Typerend voor Lucas' besluiteloosheid is dat hij voortdurend antwoordt met 'Ja. Nee.' Typerend voor de sfeer van het boek is de zinderende hitte van de zomer, de insekten, en het bomen rooien met grootvaders kettingzaag, wat Lucas voortdurend doet. Metaforisch zijn bijvoorbeeld de duif met zijn gebroken pootjes, het dansen van Caitlin, de afgeschoten hinde en de houtblokken.

Anne Provoost is diep in de persoonlijkheidsstructuur, de denktrant en het jargon van de neo-nazi gedoken, zowel in die van de leidersfiguur als de volgeling. Haar Benoît is intelligenter, geraffineerder, doortrapter dan Yge Graman, Janmaat en Le Pen bijelkaar. Ze laat haarfijn zien hoe aantrekkelijk het voor jonge mensen als Lucas is, zich door hen te laten hersenspoelen.

Anne Provoost wijst geen schuldigen aan, maakt buitenlanders niet tot onschuldige slachtoffers, bagatelliseert de problemen niet. Ze laat zien hoe kleine dingen samen kunnen uitmonden in een gruwelijk drama. Als ze al een boodschap heeft is het dat onwetendheid van de geschiedenis tot herhaling van die geschiedenis kan leiden. Omdat Lucas niets weet over wat zijn grootvader in de oorlog heeft gedaan (en daarna als rechts-extremistisch publicist), wordt het zijn noodlot om dezelfde kant op te gaan, en trekt hij Caitlin mee in zijn val. Het 'Wordt niet zoals je grootvader' van zijn moeder komt veel te laat. En het hartverscheurende is dat Provoost Lucas' lijden niet alleen laat zien als zijn noodlot, maar ook als een reeks daden waarvoor hij, zo jong als hij is, verantwoordelijk is. Vallen is een indrukwekkende roman: actueel, complex en meeslepend: absoluut de belangrijkste jongerenroman die in 1994 verschenen is, zowel maatschappelijk als literair.