Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Column

(Lees het artikel hier in pdf)


Lapin, lapin, lapin!
DeMens.Nu magazine, juni 2012

Ik zit met een groepje Franse schrijvers te praten. We hebben het over de zeevaart en de gewoonten van de scheepslui. Aan boord van een schip mag je het woord ‘konijn’ nooit uitspreken, vertellen ze. Je zegt ‘het dier met lange oren’ of ‘de neef van de haas’. De schepen werden indertijd met hennep gebreeuwd, en daar wilden die beestjes graag aan knagen. Al zal de middeleeuwse symboliek van de gespleten mond en de neiging tot veelvuldige ontucht de onbespreekbaarheid ook wel in de hand hebben gewerkt. Het beest bij zijn naam noemen betekent tot vandaag dat je aan wal wordt gezet, in vroegere tijden zelfs sans pardon overboord.

Ik neem me voor om bij de eerste gelegenheid op een Frans schip ‘lapin’ te roepen. Het taboe is zo absurd, het vraagt toch gewoon om te worden doorbroken? Mijn collega-schrijvers gaan meteen tegen me in. Hoe kan ik schrijver zijn, willen ze weten, als ik altijd die behoefte voel tegen de geldende afspraken te keer te gaan. Wat belet toch mijn omgang met de harmonie van tradities en mysteriën, de hoofdornamenten van het geestelijke bestaan? Zo radicaal voor het rationalisme kiezen is een vorm van armoede, vinden ze, onverenigbaar met de ruimhartigheid van poëzie en literatuur.

Het is niet de eerste keer dat deze kritiek op me af komt. Collega’s die mijn standpunten kennen noemen me nuchter, iemand bij wie de kop zich verregaande manifesteert. Ze waarschuwen me voor mentaal purisme en zielloos mechanicisme. Hoe kan ik met mijn zekerheden leven? Waar is de ruimte voor epifanie, extase en transcendentie?

In de negentiende eeuw was de opvatting dat exclusieve interesse in de fysieke wereld enkel tot naturalistisch geschrijf kon leiden. Ondertussen weten we dat slechts een deel van het brein van de nuchtere rationalist helemaal blakend is. De rest worstelt evengoed met de onpeilbaarheid. Ik ken net als iedereen gevoelens van ontzaglijkheid, eeuwigheid en bodemloosheid, weerloosheid en overgave, en van onbeschrijfelijke en ongeadresseerde dankbaarheid. Ik geloof in wonderen en mirakels, in volmaaktheid, in inferno’s en in een hemel, en ik heb altijd nog wel het gevoel dat in mijn leven het geheel groter is dan de som van de delen.

Het duurt dan ook niet lang voor ik inbind, en toegeef dat het best wel kinderachtig is om op een Frans schip ‘lapin’ te roepen. Er is veel plaats in de schedelpan van een schrijver, ook voor tegenstrijdige opvattingen. Als we elkaar onze contradicties vergeven, wij ongelovigen onder elkaar, kunnen we ook meer begrip opbrengen voor wie gematigd religieus is. Gelovige mensen doen zoals wij: ze zoeken metaforen voor wat ze niet begrijpen. Zijn ze daarom escapistisch? Niet noodzakelijk, want dat is ons schrijven ook niet. Literaire teksten maken we om de wereld ruimer te maken, haar beter te begrijpen. Stijlfiguren voeden onze seculiere hang naar spiritualiteit. Een religie die erin slaagt metaforen te creëren zonder ze letterlijk te nemen, is niet onredelijker dan de poëzie.

Hieronder vindt u de overige columns van Anne Provoost die zijn verschenen in 'DeMens.Nu':





Lam Gods Dat Wegneemt
10/2012
Lapin! Lapin!
6/2012
'k Zeg het nog!
4/2012
Offerande
2/2012