Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Recensies

De Standaard der Letteren, vrijdag 04 mei 2007
Mark Cloostermans

Zilveren tijden

Anne Provoost dwingt je tot traag lezen in haar jongste roman, die zich afspeelt op het Australische platteland.

In de zon kijken is een eeuwigheid in productie geweest. Provoosts vorige boek, de internationaal geprezen jeugdroman De arkvaarders, dateert al van 2001. Sindsdien heeft Provoost mondjesmaat fragmenten vrijgegeven uit haar eerste roman voor volwassenen. Een hoofdstuk verscheen in de bundel Gelezen en goedgekeurd, een tweede werd een Radioboek, nog een ander verscheen in de reeks Stad van letters en een vierde hoofdstuk ontstond op vraag van de Provincie West-Vlaanderen, als 'artistiek antwoord' op een schilderij. De stukjes van de puzzel zijn nu samengebracht in een slanke roman.

Hoewel een aantal thema's, beelden en kwesties als rode draden door de roman getrokken zijn, blijf je de indruk hebben naar een puzzel te kijken. Provoost heeft elk hoofdstuk opgevat als een afgeronde scène. Die scènes horen wel thuis in de evolutie van de hoofdpersonages, maar kun je ook op zich lezen. Elk hoofdstuk een eiland, de roman een archipel. Geen wonder dat de personages zo eenzaam zijn.

In de zon kijken draait rond de kleine Chloë - Provoost zegt niet hoe oud ze is - die op het Australische platteland woont. Na een val van zijn paard sterft haar vader. Haar halfzus verlaat het huis. Chloë's moeder heeft een oogziekte, waardoor ze langzaam blind wordt.

Een bord vol ellende, kortom, met in de kern daarvan: de angst om alleen te zijn. Chloë's moeder verliest haar man. Chloë verliest haar halfzus. De buren Lorne en Rockie zijn als de dood dat hun blind wordende buurvrouw de boerderij zal verkopen en naar de stad trekken. 'Alles gaat onderuit, zie je dat niet?' zegt Rockie, kort voordat Chloë's vader sterft. 'In een mum van tijd blijven wij achter met alleen nog de ijzerwinkel voor jou en wat rondscharrelen op het erf voor mij.' De outback als gevangenis zonder tralies.

Die outback krijgt veel aandacht. Provoost gebruikt alle mogelijkheden die het decor haar biedt. In de zon kijken is geen Vlaamse boerenroman die voor de lol naar Australië verplaatst is. Een rit door een donker park, een aanrijding met een wombat, een uitslaande brand, windhoosjes - de natuur toont zich van haar meest theatrale kant. En altijd die zon, waar Chloë zo snel mogelijk uit wil. Haar verlangen naar een rustig holletje, een 'crypte van pels', naar het tegendeel van de immense vlakte die haar omringt, is onnadrukkelijk maar voelbaar aanwezig in de roman.

Provoost vertelt deze geschiedenis van verlies en prikkende wonden vanuit het perspectief van Chloë. Over dat kinderperspectief is door collega-recensenten al een robbertje gevochten. Knack beweert dat er 'geen hout' van klopt, terwijl in De Groene Amsterdammer werd gesteld dat Provoost maar één keer 'uit haar rol valt', namelijk als Chloë het heeft over een 'banaal interieur'. Dat klopt zeker niet: Chloë zegt doorlopend zaken die een negenjarige niet kan weten, in een taal die geen kind beheerst. Hou bij het lezen voor ogen dat het de volwassen Chloë is die de pen vasthoudt, maar dat ze zich moedwillig beperkt tot het perspectief van haar negenjarige zelf. Zo voelt de lezer wat zij beleefd heeft, zonder dat we worden afgescheept met het taalgebruik van een kind. Je ziet dat het mooist in de scène waarin Chloë beschonken raakt na een paar glaasjes jenever. Met enkele goedgekozen beelden maakt de schrijfster ons duidelijk dat het meisje dronken is, maar tegelijk blijft ze haarscherp observeren, alsof er niets aan de hand is. Je kan dat een rommelig perspectief noemen, maar een rommelig perspectief dat je tweehonderd bladzijden consequent aanhoudt, is een keuze.

Als lezer kan ik daar best mee leven. Want In de zon kijken is een nauwkeurig geformuleerde, broeierige roman, waarin een klein meisje op heel volwassen wijze rouwt om het verleden, om 'vroeger, toen Ilana hier woonde en alles nog van zilver was'. De zorgvuldige formulering dwingt je om trager te gaan lezen, om aandacht te hebben voor de vele details van Chloë's wereld. Dat klinkt misschien afschrikwekkend - u leest niet graag trage boeken en ik ook niet - maar Provoost weet je moeiteloos tot vertraging te verleiden. De afwisseling tussen beschouwende en meer dialoogrijke hoofdstukken is perfect. Er is zelfs ruimte voor (dikwijls pijnlijke) humor. De scène waarin een verbrijzelde knikker de falende oogbal van Chloë's moeder symboliseert, imponeert nog het meest.

Ten slotte breit Provoost een open einde aan Chloë's geschiedenis. Dan is het de beurt aan de lezer om alleen achter te blijven.