a: Vergeet niet, ik woon hier. De ladder komt in mijn buurt.
A: Ik ben blij dat ik hier niet woon. Ik zal de ladder kunnen vergeten, jij niet.
a: We moeten geen sporen nalaten. Als het mijn sporen betreft, ben ik nogal bezitterig.
A: We kunnen zwijgen over het werk. Zwijgen is het onzichtbaar maken.
a: Wat is dan het onderscheid tussen zwijgen over het werk en het werk niet maken?
A: Het werk niet maken is: geen ladder voorzien. Het is een gebouw plaatsen zonder nooduitgang. Het is de illusie wegnemen dat er een uitweg is, dat je uit de put kunt klauteren.
A: Je bedoelt, zonder ladder houd je alleen een val over… zo'n wespenval, een klem, een strik?
a: Wat je overhoudt is paniek.