Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Uit een brief van de auteur

Fragment uit een brief van de auteur over De roos en het zwijn aan een recensent, geschreven kort na het verschijnen van het boek in 1997.

In essentie is De roos en het zwijn een verhaal over het seksueel actief worden van een jonge vrouw. Deze navertelling van het oude Belle et la bete is een vrij trouwe weergave van het oorspronkelijke sprookje maar voegt zaken toe en legt eigen accenten. De navertelling is o.m. een poging om de psychologie van middeleeuwer weer te geven: het katholicisme breekt door maar is nog doorspekt met heidense elementen, jonge meisjes zijn 'wegwerpbaar', er rust een taboe op schoonheid in een tijdperk waarin iedereen vroeg of laat verminkingen oploopt. Vanuit dat vertrekpunt is het evident dat de herschrijving zich eerder naar een ouder dan naar een jong publiek richt: de seksuele boodschappen waarover Bruno Bettelheim het heeft zijn hier explicieter gemaakt dan in de oorspronkelijke versie. Belle et la bete is voor mij altijd in de eerste plaats het verhaal geweest van hoe jonge vrouwen eerst afstand moeten doen van de vaderfiguur in hun leven om seksueel volwassen te kunnen worden.

Ik heb aan het oorspronkelijke verhaal onder meer engelen en elfen toegevoegd, op het eerste gezicht zijn dit sprookjesachtige elementen, al denk ik dat ze in de Middeleeuwen eerder realistisch werden ervaren; in die tijd groeiden kinderen zeer waarschijnlijk op met het vaste geloof dat ze door elfen en engelen waren omringd (te vergelijken met hoe kinderen tegenwoordig opgroeien met een bewustzijn van microben en bacteriën). Ook de 'woudgeest' en de Siamese tweeling zijn toevoegingen. Het 'dubbelkind' komt voor uit haar relatie met de zogenaamde woudgeest die in feite haar schoonbroers zijn. Het kind is wellicht het symbool van het feit dat ze eigenlijk het leven van haar zusters leidt (ze heeft alles wat zij niet hebben, schoonheid en vruchtbaarheid, hun mannen, de liefde van hun vader). De tweeling laat op die manier de ultieme jaloezie zien, maar ook het ultieme medelijden: ze staat haar kind af aan haar zussen.

Van Het Beest wilde ik meer maken dan een lelijke, betoverde man. De Thybeert in deze roman is de verfijnde maar moreel verwerpelijke man. Hij heeft uitstraling en aantrekking, maar is onredelijk. Hij heeft veel geleden en vindt dat hij om die reden onbarmhartig mag zijn. Hij vertegenwoordigt kennis eerder dan wijsheid. Ik denk dat het juist die tegenstelling is die hem voor Rosalena aantrekkelijk maakt. Zelf ben ik gepassioneerd door dit soort figuren: mensen die verstandig zijn en zich toch amoreel gedragen, ze winden mensen om de vinger, ze corrumperen zonder last te hebben van hun geweten.

Het verhaal heeft een open einde zonder definitieve keuze tussen vader en geliefde omdat ik het realisme van de hervertelling niet wenste te doorbreken door hier het element van de betovering uit het oorspronkelijke verhaal te behouden. Ik denk dat de Thybeert van mijn versie altijd lelijk zal blijven, hij zal onder invloed van Rosalena hooguit een innerlijke verandering ondergaan. Omdat ik ervan uitga dat die innerlijke wijziging meer tijd zal kosten dan de simpele kus of de belofte van een huwelijk in het oorspronkelijke sprookje, heb ik het geduld dat Rosalena aan de dag zal moeten leggen uitgedrukt door te laten zien dat ze besluiteloos is en dat wellicht nog een tijdje zal blijven.