Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Interviews

7 september 2007
Letters van Het Nieuwsblad
Jo De Ruyck

Anne Provoost over schrijven als vrouw

In de stemmige werkkamer van schrijfster Anne Provoost liggen een tiental verweerde, lederen koffers. 'Daar stop ik ideeën, knipsels en aantekeningen in', zegt de schrijfster van boeken als 'Vallen', 'De arkvaarders' en 'In de zon kijken'.

Die middag spelen zon en wolken Stratego, maar het zijn de buien die het telkens weer halen. De stemmige stadstuin van Anne Provoosts huis in Borgerhout is net iets te herfstig en dus wijst ze me de weg naar haar werkkamer. Het is er een zoals je zou willen dat elke schrijver ze heeft: boeken tot aan het plafond, een kersen houten bureau en gefilterd licht. Het is zo'n plek waar je je meteen lekker voelt en me doet denken aan wat Provoost ooit in een ander gesprek zei: so far, so good. Wanneer ik haar vraag of dat haar levenmotto is, moet ze even nadenken.

'Heb ik dat ooit zo geformuleerd? Oké, zo optimistisch ben ik wel. Net voor ik 43 werdvroeg mijn dochter me met die niets ontziende eerlijkheid van kinderen: “Mama, vind je het niet lastig om te verouderen?” met als ondertoon: ik zie wel dat je ouder wordt. Ik heb toen geantwoord dat ik mensen ken die een heel stuk vroeger dan hun 43ste zijn gestorven. Wat ik heb gehad, kunnen ze me niet meer afpakken. Je kunt ouder worden natuurlijk ook pessimistischer bekijken: je weet dat het niet altijd zal blijven goed gaan. Daar ga ik ook van uit. Vroeg of laat kom je in botsing met het leven.

Je verliest iemand die je erg dierbaar is, of je komt in conflict met een geliefde. Als je maar lang genoeg leeft maak je het mee. Wie dit niet onder ogen ziet is niet realistisch. Een fataal moment dat onomkeerbaar is heb ik in mijn leven gelukkig nog niet moeten meemaken. Wie kinderen heeft vindt het, denk ik, in de eerste plaats belangrijk dat de volgorde van het verlies behouden blijft. Achterblijven is veel erger dan zelf te moeten gaan, dus ik hoop dat ik eerder ga dan mijn geliefden

Kan zijn, maar wie doodgaat, is wel dood.

Natuurlijk is mijn eigen dood in deze fase van mijn leven nog relatief theoretisch. Ik kan daar nu heel wijze uitspraken over doen, maar wanneer ik 80 ben zal ik wellicht helemaal anders klinken. Dan koketteer je niet langer met de dood. Over wat ik daar nu over zeg, zal ik me straks vast schamen. Op mijn leeftijd heb je eigenlijk nog niet de levenswijsheid om zinnige dingen over je eigen dood te zeggen.'

U schrijft vaak over jongeren. Waarom schrijft u niet over leeftijdgenoten?

'Veel van mijn gepubliceerde boeken gaan over jonge mensen, maar er zijn uitzonderingen. Jonge mensen zijn meestal het hoofdpersonage of het uitgangspunt, maar mijn laatste boek, bijvoorbeeld, In de zon kijken gaat net zo goed over de moeder als over het kind. Het perspectief van de jonge mens vind ik erg relevant omdat wie jong is nog zo veel keuzemogelijkheden heeft. Maar volwassenen boeien me evengoed.' (Wijzend naar een twee stapels reiskoffers). 'In die koffers wachten ook heel wat volwassen hoofdpersonages, dus in mijn volgende boeken kunnen nog alle richtingen uit gaan.' Soms denk ik dat ik zo lang wacht voor ik over volwassenen schrijf omdat ik op de dingen die ver achter me liggen meer zicht heb. Wat heel dicht bij mij ligt, daar zal ik wellicht over 20.jaar over schrijven.'

Maar dat zit nu al in die koffers?

'Daar zitten eerste versies in, losse aantekeningen en krantenknipsels rond projecten die om de een of andere reden nog niet rijp zijn. Als een boek niet wil lukken, dan stap ik over naar een tweede, derde of vierde project om later eventueel voort te werken aan het eerste. Als ik een inval heb die niet thuishoort in het project waar ik op dat ogenblik mee bezig ben, dan weet ik meteen in welke koffer het hoort. Later, wanneer ik zo'n koffer openmaak, blijken sommige gedachten waardeloos. Andere zijn dan weer schatten en dan is het wel eens prettig om vast te stellen dat ik al een eind verder sta dan ik had vermoed.'

Hier liggen een tiental koffers. Zijn dat evenveel nieuwe projecten?

Ik gebruik ze als klasseerdozen, in eentje zit bijvoorbeeld al het materiaal voor de schoolkrant van mijn kinderen. Maar die onderste, de grootste, zit vol materiaal voor een boek over een journaliste die die in Soedan wordt ontvoerd.'

Wordt dat uw volgende roman?

'Nee, ik werk nu aan een boek over een vrouw die voor het geld het kind van een ander voedt. De centrale vraag is hoe overdraagbaar moedergevoelens zijn.'

Wordt het een jeugdboek?

'Dat denk ik niet, al weet ik dat meestal niet van tevoren. Toen ik In de zon kijken schreef, liet ik een vijftal hoofdstukken lezen aan mijn redacteur bij Querido en hij stelde voor ze aan de redactie voor volwassenenboeken voor te leggen. Zo kwam In de zon kijken in hun fonds voor volwassenen terecht.'

Is het toeval dat u uw materiaal bewaart in koffers, iets wat je elk moment kunt meenemen?

Ze zijn behoorlijk zwaar om mee te nemen, hoor!. En toch. Ik zou ze kunnen oppakken, ermee op de TGV stappen en ergens op een laptop gaan schrijven. De TGV vertrekt op nauwelijks driehonderd meter hier vandaan, dat vind ik echt grandioos. Dat weggaan is natuurlijk theorie. Ik doe graag alsof ik dapper ben, maar als het erop aan komt om mijn kinderen voor langer dan een week alleen te laten, ben ik echt een zacht eitje. Maar soms zou ik wel willen dat ik meer kon kiezen voor het schrijversvak. Maar ik heb er vrede mee dat er voor mij als schrijfster niet meer haalbaar is. Ik wil midden in de stad wonen, ik wil een gezin, ik wil me engageren: dat zijn keuzes en daar draag ik gevolgen van: een laag publicatietempo.'

Als vrouw is het dus moeilijker schrijver te zijn, al was het maar omdat de kinderen eerst komen?

'Ik zou ook een ander soort vrouw kunnen zijn. Ik zou andere keuzes kunnen maken, maar ik heb voluit gekozen voor meerdere tracés. Als je me had gevraagd of het moederschap de meest relevante factor in mijn schrijven is, dan zou dat een heel ander antwoord opleveren. Kijk, in onze maatschappij is de man de norm. Dat is geen verwijt, het is gewoon de methodiek van ons denken. Als ik een brief krijg die is ondertekend door ene M. Dewulf dan denk ik in de eerste plaats aan een man. Blijkt M. een vrouw te zijn, dan valt je dat op. Als vrouw ben je dus de 'afwijking', maar dat beschouw ik als een unique selling proposition. Een extraatje, ik grijp de meerwaarde ervan.' ''' Kijkt een vrouw anders naar de wereld?'''

Er zijn feministen die zeggen dat mannen en vrouwen gelijk zijn, en er zijn er die eerder uitgaan van de verschillen. Ik behoor tot de laatste soort, ik vind ons heerlijk complementair. Ik maak me druk als kwaliteiten die eerder mannelijk zijn worden opgehemeld, terwijl dat kwaliteiten die eerder vrouwelijk zijn niet worden gezien. Vrouwen hebben bijvoorbeeld de reputatie dat ze weinig ruimtelijk inzicht hebben, en wellicht is die reputatie niet helemaal uit de lucht gegrepen. Maar waar vrouwen dan wel weer erg goed in zijn, en waar niemand het ooit over heeft, is in het in kaart brengen van een inboedel. Vele vrouwen hebben in hun hoofd een blauwdruk van de laden en de kasten van hun huis. Je mag hen alles vragen: een schroefje, een zalfje, een paperclip of een oordop, ze zullen het binnen de drie minuten voor je vinden. Doe gerust de proef met mij, laat me een lijstje maken van wat er in mijn koelkast zit en hoe lang alles nog goed blijft, ik weet het vanbuiten. De ene vaardigheid moet niet onderdoen voor de andere, we moeten ze vooral in elkaar willen waarderen. ''' Hoe wendt u die vrouwelijke kwaliteiten aan bij het schrijven?'''

'Door de vrouwelijke eigenschappen die ik bij mezelf onderken, zijn er zaken die me interesseren en die ik uitstekend aanvoel, terwijl er andere -.mannelijke.- denkwijzen of drijfveren zijn waarvan ik uiteindelijk moet toegeven dat ik ze niet snap. Uiteraard moet je vrouw-zijn of man-zijn als uitersten zien op een schaal met veel gradaties. Waar je als auteur over schrijft, wordt gedetermineerd waar je je bevindt op die schaal.' ''' Bestaan er dan mannelijke en vrouwelijke boeken?'''

'Ik denk dat een mannelijk boek eerder gericht is op ontdekking, expansie en zelfrealisatie. Enigszins veralgemenend, mag je stellen dat élk boek het heeft over hoe het hoofdpersonage -.en bij (?) uitbreiding de auteur.- zichzelf realiseert. Een vrouwelijk boek stelt evenwel de vraag: hoe realiseer ik mezelf in overweging genomen dat ik ook zorgtaken heb die eruit bestaan dat ook anderen zichzelf moeten kunnen realiseren. Ik merk dat literatuur over zelfontplooiing in weerwil van het feit dat je een heleboel zorgtaken hebt, me interesseert. Boeken die uitsluitend over die zelfrealisatie gaan, glippen dan weer als zand door mijn vingers. En let wel, een mannelijk boek betekent niet ‘geschreven door een man’. Vele van mijn lievelingsauteurs zijn mannen die vrouwelijke boeken schrijven, bijvoorbeeld John Coetzee. ''' Even terug naar de jongeren voorover u schrijft. Is het uw bedoeling kinderen een stem geven?'''

'Nee, ik spreek altijd voor één personage. Het zou pretentieus zijn te denken dat ik voor hét kind of voor een generatie kan spreken. Ik laat één fictief karakter aan het woord en als lezers voelen dat daardoor een grotere groep een stem heeft gekregen, dan is dat mooi.'

Probeert u dan niet mensen vanuit het standpunt van het kind te laten kijken?

'De omkering van het standpunt boeit me, maar dat is niet typisch voor mij. Je wordt geen schrijver als je dat niet voortdurend probeert. Ik geef toe dat ik daar behoorlijk ver in ga. Dat omkeren is een voortdurende uitdaging en daar probeer ik zelfs mijn denken naar te modeleren. Het flagrantste voorbeeld daarvan is De arkvaarders waarop veel lezers reageren van 'ik had me nog nooit de vraag gesteld hoe het moet zijn geweest als je niet op de ark van Noach mocht.' (Provoost last even een pauze in en gaat een teiltje erwten halen die ze rustig peult terwijl we voort praten.) ''' Bij de jongste verkiezingen stond u op de lijst van Groen! Moet een schrijver zich politiek engageren?'''

Nee, maar ik moest wel, voor mezelf. Ik vond dat het nu of nooit was en dat gevoel heb ik nog altijd. De verkiezingen zijn voorbij, en doordat het nogal meeviel met die zogenaamde hete zomer hier in Vlaanderen, is het thema van de klimaatopwarming verdwenen. Daar zit ik nu heel erg mee.

U haalde 15.621 stemmen en slechts drie mensen van Groen! deden beter. Mogen we het hoopvol noemen dat een schrijver blijkbaar weerklank vindt? 'Ik ben daar niet ondankbaar voor, maar het is maar wat het is. Het zou pas resultaat opleveren als de manier waarop het land wordt bestuurd daardoor verandert. Tegelijk doet het me hartzeer dat ik blijkbaar waardering oogst door alleen maar te schrijven, terwijl politici die al jaren hard werken en het verdienen gehoord te worden, uit de boot vallen.'

Wat vermag een boek, als je het afweegt tegen de politiek waar uiteindelijk de beslissingen worden genomen?

'Een boek is slechts een waardeloos verhaaltje in het aanschijn van naderend onheil als de klimaatopwarming. Soms vind ik het haast beschamend een boek te schrijven terwijl er zich zo veel urgentere problemen aandienen. Daarom ben ik ook op de lijst van Groen! gaan staan: om mijn mensen die in de politiek willen en daar iets te vertellen hebben te ondersteunen. Ik hoef niet zelf in de politiek. Het is geen kwestie van nu zal ík het eens oplossen. Je moet als schrijver niet arrogant worden en denken dat je even bekwaam en onderlegd bent als de mensen op de verkiesbare plaatsen, maar je kunt wel mee de noodklok luiden.