Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Standpunt

Ervaringsgericht Onderwijs, de pedagogische methode
Anne Provoost voor De lemen hut, de kennismakingsfolder van ’t Speelscholeke in Deurne.

Stelt u zich even voor: u interviewt ons!... en dit is wat u had willen vragen:

U: U zegt werken aan een andere school. Wat maakt uw school anders?
Wij: Dit klinkt misschien als een cliché, maar onze nadruk ligt in de eerste plaats op de interesse van het kind. Dat wil zeggen dat we ons afvragen waar het kind werkelijk mee bezig is. Daar gaan we heel ver in: bij ons dus geen projecten rond 'de bakker' of 'de herfst', maar enkel omtrent onderwerpen die op een of andere manier door de kinderen zelf worden aangedragen: 'vuur stoken', 'zelf boeken maken', 'fietsen repareren' of 'geboren worden'. De uiteindelijke doelstelling van ons soort onderwijs is het leren denken. Als het kind een vraag stelt, reikt de leraar niet de oplossing aan, maar begeleidt hij hem in zijn zoektocht naar een antwoord. Om die reden spreken we liever van een begeleider dan van een leraar. Deze zoektocht gebeurt zelfstandig maar niet alleen. Samen gaan de kinderen dingen uitproberen (experimenteren), bronnen raadplegen en eigen antwoorden geven. Zo krijg je zelfredzame kinderen met de durf nieuwe, nog moeilijkere vragen te stellen.

U: Dat is precies wat mij verteld wordt op de kleuterschool van mijn wijk. Ervaringsgericht, noemt men het daar. Zo anders en uniek zal het dus wel niet zijn.
Wij: Het klopt dat het ervaringsgericht onderwijs hier en daar is doorgedrongen in de 'normale' onderwijsnetten, en daar zijn we heel blij om. Maar het woord wordt niet zelden uitgehold door mensen die denken dat ze, omdat ze een kip in de klas brengen, ervaringsgericht bezig zijn. Ervaring gaat over het leven. Hoe wijzen we de twee hoofdrolspelers van ons theaterstuk aan als er zes kandidaten zijn? Hoe betalen we de grassen die nodig zijn om een lemen hut te bouwen? Ervaringsgericht onderwijs is consequent. Het is niet: drie mogelijkheden krijgen en daartussen mogen kiezen. Of een vrij moment krijgen en als de tijd om is de boel moeten inpakken. Het is niet de illusie van een eigen inbreng, maar een voortdurende terugkaatsing van elke vraag die door de leerling wordt gesteld. U: Dat klinkt goed, maar ik zie het niet direct voor me. Hoe werkt zoiets in de praktijk? Wij: Neem nu, in de klas rijst de vraag waarom een hut van leem bij een regenbui niet wegspoelt. Waar het om gaat is, om een moeilijke term te gebruiken, een gereflecteerde beleving. Veel van onze projecten komen op die manier bij sociaal relevante thema's terecht. Maatschappelijke betrokkenheid is een essentiële vaardigheid die we kinderen willen meegeven. We wijzen hen op de verantwoordelijkheid die het in de wereld staan met zich meebrengt.

U (fronsend): En de kinderen mogen dat allemaal zelf bepalen?
Wij: Kinderen moeten van jongs af aan keuzes leren maken. Ze moeten zich op regelmatige tijdstippen afvragen: wat wil ik doen, en wat zijn de consequenties van mijn keuze. En wees gerust, ze worden echt wel terechtgewezen, door elkaar of door de begeleider. Ze zijn vrij, maar slechts binnen afgesproken grenzen. Ook voor hun 'nee' moeten ze verantwoording afleggen. Wat doe je bijvoorbeeld als midden in een schaaktornooi enkele spelers geen zin meer hebben om door te gaan? Dat is een fundamentele opvoedingsvraag waar de betrokkenen zelf een antwoord op moeten vinden.

U: En wat als een kind altijd het makkelijkste kiest, of altijd hetzelfde?
Wij: De kinderen worden nauwlettend in de gaten gehouden, en wel met een vriendelijke blik, dus niet resulterend in een opmerking als 'ze kan zich niet concentreren' maar wel 'wat weerhoudt haar ervan zich te concentreren?'. Een kind dat dagenlang in de zandbak speelt, speelt misschien altijd iets anders in de zandbak. Als dat niet zo is, is dat een teken. Dan wordt er gezocht naar oorzaken en oplossingen.

U: Is dat voor de leraar niet een onmogelijke taak? Hoe kan hij plannen en hoe kun je er als ouder zeker van zijn dat je kind alles 'gezien' heeft wat nodig is om het middelbaar onderwijs binnen te gaan?
Wij: Onze school is kleinschalig. Er wordt in kleine groepen gewerkt, wat de overzichtelijkheid bevordert. De afspraak met de ouders is dat de kinderen op het einde van de rit klaar moeten zijn voor het middelbaar. De leraar houdt de eindtermen voortdurend in de gaten, en stuurt bij wanneer het nodig is. De kinderen leren leren. Hij zal de ervaringen van de leerlingen voortdurend expliciteren, waardoor ze dieper doordringen. Zijn rol is procesgericht, niet productgericht. Hij zal teruggeven en verdiepen. Zijn taak bestaat erin de verkenningen van de kinderen te organiseren, niet ze te sturen. Leren rekenen en schrijven gebeurt buiten de projecten. Daarvoor zijn aparte lessen die nauw aansluiten bij het 'normale' onderwijssysteem.
Anderzijds worden vrij veel activiteiten met de hele school gedaan. Vergeet niet dat kinderen veel van elkaar leren. De kleintjes nemen een voorbeeld van de groten, en de groten leren rekening te houden met jongere kinderen. Bij conflicten, bijvoorbeeld, gebeurt het niet zelden dat het de hoogsteklassers zijn die de ruziemakers helpen bij het zoeken naar een oplossing.

U: De rol van de begeleider is dus vrij beperkt?
Wij: Ze is beperkt in de zin dat hij in de eerste plaats teruggeeft wat er al is; hij vindt niets uit. Maar hij is heel actief. Hij is een echte 'stoker' omdat hij wat de kinderen zeggen herformuleert en in vraag stelt. Hij zorgt voor historisch-geografische uitbreiding. Hij geeft wat de kinderen doen een maatschappelijke dimensie. En als een project achter de rug is, maakt hij tijd voor evaluatie. Dat hoeft niet een lijstje van goed of slecht te worden. Een evaluatie kan gemaakt worden aan de hand van een gedicht of een schilderij. Ook op die manier kun je achterhalen wat bij de leerling is blijven hangen, en wat indruk heeft gemaakt.

U: Maar weten ze dan ook echt alles wat de andere kinderen weten?
We proberen af te komen van de idee dat je de capaciteit van een kind vooral meet aan wat hij weet. Sociale vaardigheid en creativiteit zijn zaken die hij in zijn latere leven evenveel van doen zal hebben. Maar u bedoelde wellicht: leren ze dan ook echt alles wat de andere kinderen leren? Wel, typerend is het verhaal van een van onze kinderen die vertelde dat ze op de eerste dag in de nieuwe school vernam dat ze 'bio' zouden krijgen. Ze dacht' "Bio, bio, wat is dat? Dat hebben wij niet gezien!" Ze had niet geleerd haar kennis als een vak te zien. Maar ze was wel veelvuldig met haar klas de natuur in getrokken en wist waar ze de dingen die ze te weten wilde komen kon vinden. Weten ze dan echt alles wat de andere kinderen weten? Nee. De koningen van België kunnen ze, als ze daar geen project rond hebben gemaakt, wellicht niet opnoemen. Ook niet de Belgische waterlopen en hun zijrivieren.

U: Toen ik uw school voor het eerst bezocht, dacht ik: dit lijkt wel een clubhuis. Of een werkplaats. Waar zijn de banken en de schoolbel gebleven?
Wij: Alles begint met de ruimte. Een klaslokaal moet uitnodigen om ervaringen op te doen. Er moeten basismaterialen staan waar mee gewerkt kan worden. In onze kleuterklassen worden veel grotere hoeveelheden papier, klei, hout, bakstenen en verf verbruikt dan in andere scholen. De banken en het bord zijn meer aanwezig naarmate de leerlingen ouder worden. De eerste graad bevat vooral werkhoeken, een beetje zoals de zes- en zevenjarigen het gewoon waren in de kleuterschool. Wij vinden het klasbeeld van de kinderen die aan banken zitten met de juf vooraan voorbijgestreefd. Kinderen moeten bewegen, zich goed in hun vel voelen. Het is beter voor hun lichamelijke groei en het draagt bij tot een positief zelfbeeld.

U: Maar hoe zit het dan met het aanleren van discipline? En zijn jullie kinderen dan wel opgewassen tegen die harde maatschappij daarbuiten?
Wij: Discipline zonder verantwoordelijkheidsgevoel is leeg. Wij proberen de kinderen te laten begrijpen waar regels voor nodig zijn. Ze mogen de leefregels zelf bepalen, in forum, volgens de principes van de democratie. Een keer dat ze een set van regels hebben aangenomen, moeten ze die naleven. Op ieder ogenblik moeten ze in staat zijn hun gedrag te verantwoorden. Opnieuw is hier het sleutelwoord 'consequent zijn'. Als we de leerlingen toetsen, hoeven we niet de hele tijd toezicht te houden. Vertrouwen geven is vertrouwen geven. Vroeger moesten kinderen leren stilzitten en gehoorzamen; ze werden klaargestoomd voor een arbeidsmarkt die ervan uitging dat ze een leven lang bevelen zouden opvolgen. Nu is dat anders. Op geen enkel werkniveau wordt nog verwacht dat je gewoon doet wat je gezegd wordt. Of je nu aan de draaibank staat of een vrachtwagen bestuurt, overal moet je creatief en flexibel kunnen inspelen op je werkomgeving.

U: Ik kan er niets aan doen, maar het klinkt allemaal zo doordacht dat het een beetje elitair aandoet.
Wij: Onze kinderen komen uit diverse sociale achtergronden. Bewust voor iets kiezen in plaats van meegaan op betreden paden, is dat elitair?