Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Anne Provoost dicht over een smokkelaar, een boot, de zwangere vrouw van de vluchteling

Anne Provoost schetst de verschillende fasen van rouw die een vluchteling doormaakt en laat zien hoe een vluchtverhaal nooit sluitend is.
Janita Monna voor Trouw, 24 oktober 2024

Lees de recensie op de website van Trouw

Niet vaak vermeldt een dichter al op het omslag wie zijn of haar doelgroep is. En zeker niet zo specifiek als Anne Provoost dat nu doet bij haar nieuwe dichtbundel: de Vlaamse, die onder meer naam maakte als auteur van kinder- en jeugdboeken, richt zich tot ‘asielverstrekkers’.

Decem. Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers heet de opvolger van haar poëziedebuut Krop (2022) voluit. Geen speciaal voor de gelegenheid geschreven verzen, maar een vluchtverhaal, een relaas waarmee de vluchteling de asielverstrekker zal moeten overtuigen van de noodzaak van asiel.

En om maar meteen duidelijk te hebben dat dat zo makkelijk nog niet is, nam Provoost als onheilspellend motto bij de bundel een citaat op uit een afgewezen asielverzoek: ‘Je asielrelaas bevat een opeenstapeling van eigenaardigheden en tegenstrijdigheden en onaannemelijkheden die de geloofwaardigheid van je vluchtrelaas volledig onderuit haalt’.

Constanten in het verhaal
De dichter nam als het ware plaats tegenover de Vlaamse IND en schreef een monoloog van een mannelijke asielzoeker, verteld in tien stadia (vandaar Decem), waaruit een beeld van zijn vlucht ontstaat. Er zijn een paar constanten in dat verhaal. Een smokkelaar, een boot, zijn zwangere vrouw. Hij kwam aan land, zij verdronk – ‘vissers legden haar/ al in haar inheemse graf’.

Maar de invulling van die feiten kan variëren, nieuwe feiten dienen zich soms aan en gebeurtenissen kunnen in een ander licht komen te staan, wat niet los te zien is van de verschillende fasen van rouw die de vluchteling doormaakt. Wie was die schimmige figuur van de smokkelaar? Was de vrouw wel in verwachting? Ook de afkomst van de man blijft in het vage – hij kan Syriër zijn, Soedanees, Afghaan – wat het verhaal een universele lading geeft, en de haperende herinnering versterkt.

Het vluchtrelaas is geen sluitend verhaal. En dat is precies waar Provoost haar lezers – Minister Faber, bent u daar? – wil hebben. De man is in shock, boos, voelt zich schuldig. Maar valt van iemand die alles achter zich moest laten, die zijn vrouw zag verdrinken en zich realiseert dat de band met zijn vroegere leven – ‘toen ik nog iemand was’ – definitief is doorgeknipt, te verwachten dat hij nog van minuut tot minuut weet hoe zijn vlucht verlopen is? Kortom, welke gaten slaat een trauma in de herinnering? Wat de asielverstrekker te doen staat, is de mens die hij voor zich heeft mens laten zijn.

ik weet nog precies hoe het was
ik lag naast een vlot met mijn karkas in heet water
tussen mijn waardige landgenoten
maar in het algemeen begreep ik de grap niet
we wilden naar een land zo vreemd als wijzelf
en verzamelden aan de olievlek op het strand
in de dode hoek van de kustwacht
het was een onnodige dag
we konden niet eten
we moesten stil zijn of we mochten straks niet
het was immers een avontuur
de energie moest nog rijzen
en de prijsindicator kon stijgen
ik kan naar de doorvoerder wijzen
de kortademige man heette Koo
hij leek haast een echt soort persoon
wat hij deed had belang
je kon hem met geld niet meer kopen
je verhield je tot hem
het was helemaal niet zijn schuld
hij verdedigde meerdere belangen
(…)
Anne Provoost

Anne Provoost Decem. Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers Querido; 74 blz. € 20