| |||
Nieuws Auteur |
Over de rol van de held in literatuurSlimmer Samen. KU Leuven Kulak als venster op de toekomst, verschenen in september 2024 naar aanleiding van 60 jaar KU Leuven afdeling Kulak Interview door Frederique Vanneuville Anne Provoost ziet steeds meer de noodzaak om het eeuwenoude element van de obligate held in de literatuur grondig te herdenken. Lezers spiegelen zich immers aan de held, wat de indruk versterkt dat ook zij zo’n personage moeten zijn rond wie alles draait. ‘Maar bedoelt literatuur niet vooral het ego te relativeren, zeker vandaag?’ klinkt het. ‘Als schrijver en als mens werk je altijd tussen twee polen: zelfoverschatting en zelfonderschatting’, stelt Anne Provoost vast. ‘Ofwel ben je het centrum van alles, ofwel maakt het niets uit wat je doet.’ Indien Provoost al de hoop koesterde met de publicatie van haar roman Vallen, over de verleiding van extreemrechts gedachtegoed, iets van verandering te brengen in de wereld, dan moet ze dertig jaar later constateren dat die dreiging er nog steeds is. Wat betekent literatuur dan? ‘De vraag naar de toekomst van literatuur is een vraag naar de toekomst van ons allemaal, want literatuur is cultuur, en cultuur, dat zijn wij,’ onderlijnt de auteur. ‘Literatuur is altijd door de ogen van een personage naar de wereld kijken. Studenten literatuur kun je daarop wijzen. Kijken we met onze eigen, gekleurde blik naar de wereld, of met die van de ander? Het eeuwenoude dominante literaire model is er één van ‘de noodzakelijke held’, of in het andere geval ‘antiheld’, en dat voedt de eerste optie, de zelfoverschatting: een gevoel dat jijzelf pivotaal bent, de spil waar alles rond draait. En dat de werkelijkheid is zoals jij die ziet. Een gevoel dat er ook in jouw bestaan een moment moet komen waarop je windmolens moet gaan bevechten en de wereld veranderen.’ Provoost ziet die sterke focus op het ego in de gretigheid waarmee veel mensen hun eigen biografie in real time documenteren op sociale media. ‘Dat neigt naar betrekkingswaan, het idee dat alles wat in de wereld gebeurt, op onszelf betrokken is en we tegenover alles een tegenwoord moeten stellen.’ Dat een zekere mate van zelfoverschatting iets positiefs in zich draagt, met name een gevoel van verantwoordelijkheid voor de wereld en een stimulans tot zelfontwikkeling en groei, ontkent Provoost zeker niet. ‘Ik ben vooral kritisch voor de neiging om het biografische prioritair te maken en gefixeerd te zijn op de schrijver achter het verhaal. Met ouder te worden, voel ik daar steeds meer weerstand tegen. We zijn geobsedeerd aan het raken door de maker, terwijl ik dacht dat literatuur bij uitstek mocht gaan over het gemaakte, namelijk de roman die daar ligt.’ Voor Provoost ligt hier een betekenisvolle rol weggelegd voor het academisch literatuuronderwijs. ‘Literatuur zal de zelfoverschatting niet kunnen tegenhouden, maar kan wel het mechanisme erachter belichten. De vraag is of een opgeblazen zelfbeeld door literatuur wordt opgepompt, of juist gerelativeerd. Ik vind dat het vooral relativerend werkt en ook zo zou moeten werken.’ Hoofdpagina's: ZonKijken | Arkvaarders | Roos&zwijn | Vallen | Grindewal | Springdag | Beminde Ongelovigen |