Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Er is een slachtpartij gaande aan de grenzen van Europa

Anne Provoost over haar nieuwe dichtbundel DECEM

17 oktober 2024, Krant van West-Vlaanderen

Lees hier het interview op de website van de Krant van West-Vlaanderen

Ik ben geboren en getogen in Woesten. In de lagere school van de Zusters van Maria leerden we dat ons dorp uit 400 gezinnen bestond, en 1400 inwoners. Dat vertel ik regelmatig aan mijn stadse vrienden - het maakt altijd indruk.

Ik werk al jaren aan een boek over mijn grootmoeder, hoe ze als klein meisje naar een schoolkolonie in Parijs werd gebracht na de eerste gasaanval in Boezinge in 1915. Mijn overgrootouders hadden 12 kinderen, waarvan nog 11 in leven toen de oorlog uitbrak. Twee jaar later zaten ze met het gezin op acht verschillende plaatsen, terwijl ze eerder nog nooit gescheiden waren geweest. Op een of andere manier leerde ik door die verhalen vanaf jonge leeftijd rekening te houden met de mogelijkheid dat je op een dag moet vluchten.

DECEM schreef ik omdat er aan de buitengrenzen van Europa een stille slachtpartij gaande is. Er sterven tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen in het water. In de oorlog van Oekraïne en Palestina komen ook veel mensen om, maar daar heb ik minder het gevoel dat het “in mijn naam” gebeurt. Als Europeaan met stemrecht ben ik er verantwoordelijk voor dat sommige vluchtelingen geen andere optie rest dan clandestien de grens over te steken.

De bundel is één verhaal dat uit elf gedichten bestaat: het nulde gedicht beschrijft de ramp, daarna volgen een reeks gedichten met de tien fazen van een rouwproces. ‘De ramp’ is het zinken van het bootje. De verteller kan zich redden, maar zijn zwangere vrouw komt om.

De asielzoeker moet getuigen. Wat hij zegt wordt vertaald door een tolk. Zijn relaas is bijgevolg gefragmenteerd en dubbelzinnig. Hij spreekt zichzelf tegen want hij is in shock. Naarmate het besef indaalt dat zijn vrouw dood is, komt hij met nieuwe versies van de feiten, maar het zijn eerder wensdromen. De vrije verzen die ik gebruik lenen zich goed om de gedachten weer te geven van iemand die in de war is.

De mensensmokkelaar speelt ook een rol in het gedicht. Hij wordt niet voorgesteld als een crimineel, maar gewoon als een dienstverlener. Hij ziet een gat in de markt en zet een zaakje op. Dat gat is ontstaan omdat Europa regels oplegt zonder rekening te houden met de levens die een onzorgvuldig doordacht beleid kunnen kosten.

Ik ben opgegroeid met lange en oude familieverhalen van migratie. Begin vorige eeuw was ons land een vertrekkersland. In de aankomstlanden VS en Canada zagen ze ‘die katholieken’ niet graag komen. De verhalen van toen herhalen zich, in gewijzigde vorm.

Ik heb in mijn omgeving de procedure van een asielaanvraag van nabij meegemaakt. Het was een emotioneel proces. Gesprekken met de betreffende vrouw gaven me inzage in hoe traag alles gaat, en hoe zenuwslopend het is als je weet dat je leven en welzijn letterlijk afhangen van het verdict op het einde.

Voor mijn dichtbundel heb ik gekozen voor het perspectief van een man omdat vooral mannen die de grens oversteken gedemoniseerd worden. De gedichten zoomen in op wat mijn hoofdpersonage allemaal verliest onderweg.

Het motto van de dichtbundel is een letterlijk citaat uit een verdict van vluchtelingenstatus van het Commissariaat-Generaal van de Vluchtelingen en Staatlozen. De asielverstrekkers vinden dat het verhaal van de asielzoeker een opeenstapeling bevat van eigenaardigheden en onaannemelijkheden die de geloofwaardigheid van zijn vluchtrelaas helemaal onderuithalen. Hij moet dus terug.

Op de kaft van het boek staat een navelstreng. Die verwijst naar het kind dat als een warme baksteen in de buik van zijn verdronken vrouw zit. Je kunt er ook een verwijzing naar zien naar de levenslijn met het moederland die doorgeknipt wordt bij vertrek. Er is voor mijn personages geen weg terug. Ik zie terzelfdertijd de jongvolwassen kinderen van mijn vrienden op Instagram de hele wereld rond reizen. Hun zin voor avontuur wordt beloond met duimpjes en hartjes. Dat van de bootvluchtelingen wordt bestraft.

Bij elk boek dat ik schrijf vraag ik me af: waar gaat onze aandacht naartoe? Verhalen vertellen, ook al is het in verzen, is helend, verbindend en richtinggevend. Iemand een stem geven die er geen heeft vind ik de essentie van mijn job.