Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Rouwgebed voor Brussel

Lang is gezegd dat N-VA geen plan had voor Brussel. Langzaam worden echter de contouren zichtbaar van wat de partij met Brussel van plan is: men wil de stad eenvoudigweg loslaten. Vlaanderen moet zich voorbereiden op het afscheid en het proces van rouw.

Dierbare ouders, broers en zussen, familie en vrienden,

Gedragen door de aandacht van de aanwezigen,
standvastig in onze liefdevolle herinnering aan haar,
willen wij op de kist van haar heengaan,
met droefheid overstelpt,
in diepe verbondenheid
deze woorden bidden.
Brussel, gestorven op de kalender van februari 2011,
nog maar pas vleesgeworden en al van ons verscheiden,
Brussel,
Om haar deficits, bevoegdheden en faciliteiten in haar randen gehoond
misprezen door de wijzen van het heidendom.
Negentien gemeenten,
één miljoen onnozele kinderen die zichzelf niet mochten besturen.
Die commissies, raden en parlementen onderdak heeft geboden
Die verlies heeft geleden en toeloop heeft geslikt,
Die dagen en nachten in de woestijn heeft gewacht,
Haar leven met corridors verlengd.
Moeder der steden,
die uit alle delen van uw lichaam overvloedig bloed hebt gezweet,
aan kettingen door de straten gesleept,
in een zee van gekrakeel gedompeld;
In doodsstrijd gebracht,
door trouweloze leerlingen verraden en als slaaf verkocht.
Brussel, onrechtvaardig beschuldigd en veroordeeld,
in het gezicht gespuwd en met stokken geslagen,
beladen met de zonden van geheel dit land.
Brussel, uitgeput door het lijden,
op uw gelaat liggend,
gehoorzaam totterdood,
die de verdediging van uw onderdanen op zich hebt genomen,
die uit liefde tot ons de geest hebt gegeven
en om ons te verlossen,
aan al zij die u met gal en azijn laafden,
uw eer en uw leven hebt geofferd.
Uit liefde voor ons verarmd,
uitgespogen tot ver buiten de landsgrenzen,
en toch in Vlaamse onverschilligheid verdronken.
Brussel, mocht gij nog leven ergens daarboven,
neemt dit dan als de hartstochtelijke uitdrukking van ons bodemloos verdriet,
Draaischijf van leven,
bloem op de heuvels van Golgota,
hart van onze unie,
wonde in ons middenrif die nooit meer geneest.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij gaan vergeven
al wie ons schuldig is.
Moge uw koninkrijk erkend worden in uw leven en in uw dagen,
spoedig en weldra.
Dat gij onze leiders het licht laat zien,
Dat gij de telgen van Deurne en Bergen wijsheid brengt.
Dat gij onze hoop blijft in bange dagen.
Want ja, moeder, gij zult leven.
Tot hoofdstad uitverkoren, in de harmonie der volken.
Wij eenvoudige burgers,
martelaren, belijders en maagden,
loven u.
Wij prijzen en aanbidden u.
Wij verheerlijken u en zeggen u dank,
voor uw grote heerlijkheid,
opdat uw fakkel ons een baken weze,
u de zachte ziel moogt blijven van dit vergane land
opdat u moge verrijzen uit de doden
En wij weer samenleven in vrede,
nu en in het uur van onze eenmaking.
Amen.

Anne Provoost