Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Solidair 2011

Solidair, 17 januari 2011, interview met Thomas Blommaert

"Tweehonderd dagen discussiëren over armoede zou ik nog begrijpen"

Kunstenaars en artiesten breken op 21 januari in de KVS in Brussel een lans voor solidariteit in dit land. Solidariteit maakt een cultuur groot, stellen ze. Ze reageren daarmee op de 11 juli-toespraak van de voorzitter van het Vlaams parlement, Jan Peumans (N-VA). Artiesten en intellectuelen zijn volgens hem niet voldoende doordrongen van de Vlaamse cultuur en identiteit. Heeft de voorzitter een punt?

Identiteit is een verzameling van eigenaardigheden. Het Engels heeft daar een goed woord voor: particularities. Dat je op zondagochtend koffiekoeken met pistolets eet, dat je overal chocolade op doet, dat je Nederlands spreekt met een Vlaamse tongval, dat je graag op cafe zit, dat je een harde werker en een plantrekker bent, dat is zogenaamd allemaal typisch Vlaams. Identiteit is voor mij interessant, maar het is niet iets waar ik per se fier op ben; ik heb er geen verdienste aan. Het lijkt alsof de communautaire impasse een tegenstelling is tussen twee landsgedeelten, tussen twee soorten mensen zelfs. Maar onderliggend is het natuurlijk gewoon een poging om Vlaanderen te verrechtsen. Rechts kan zijn agenda niet doorvoeren in België omdat Wallonië historisch arbeids- en vakbondsgezind is. Dus probeert het nu maar vooruit te komen in het gebied waar het wel voet aan de grond kan krijgen. Het doet me denken aan een matroesjka, zo’n Russisch poppetje waarin steeds kleinere versies van zichzelf zitten. Alles wat de Vlamingen zeggen over de Walen kunnen de Belgen zeggen over de migranten, Europa over Afrika en straks de dure straten in Antwerpen over Borgerhout en Deurne. Het discours van ‘dat is niet eerlijk,echt niet’ stopt nergens. Het is een touw dat harder en harder wordt aangespannen. Stel dat het niet lukt voor De Wever om in Vlaanderen zijn programma door te voeren, komt hij dan naar Antwerpen? Hij selecteert de zogenaamde natiestaat, maar vooral omdat hij in de Vlaamse zone bijval kan krijgen voor zijn gedachtengoed. Hij heeft geen boodschap aan veel sociale bijstand voor de burger. Voka is zijn echte baas, als Voka niet tevreden is, is hij niet tevreden, heeft hij met zoveel woorden gezegd.

Hoe verklaart u zijn populariteit?

Het klinkt contradictorisch, maar democratisering leidt vanzelf tot ongenoegen. Hoe democratischer een bestel is, hoe bereikbaarder sociale posities worden. Mijn grootmoeder heeft waarschijnlijk nooit van Greta Garbo gehoord, mijn moeder kende haar, maar geen haar op haar hoofd die dacht dat ze een Garbo kon worden. Met mijn generatie kwam de doorbraak van de democratisering. Gevolg is dat onze kinderen allemaal denken dat de wereld eigenlijk aan hun voeten zou moeten liggen. Als dat dan niet gebeurt komt eerst de teleurstelling, dan de woede. We hebben niet meer het gevoel dat onze politici per se slimmer en onderlegder zijn dan wij, en dat is eigenlijk een heel goed teken. Alleen: onze politici kunnen daar blijkbaar nog niet mee om. De democratisering is een feit, maar de democratie hinkt op de feiten achterop. Er is slechts één oplossing: de mechanismen van inspraak moeten beter worden, en ons bestuur moet transparanter verlopen. Dan zijn er geen Wikileaks meer nodig. Zoniet zal er altijd gegrom blijven weerklinken. Op die verontgelijktheid kapitaliseert De Wever. De wereld blijkt niet aan onze voeten te liggen, en dat komt door die luie Walen. De media hebben zich aan het fenomeen totaal mispakt. Ze hebben gedacht dat het democratisch was om de mens achter de politieker te laten zien. Ze hebben niet beseft dat dit voor politiekers een uitweg kan zijn om hun bestuursdaden te verdoezelen in plaats van ze toe te lichten. Ik hoef niet te weten hoeveel kinderen mijn beleidsmakers hebben, en in welke restaurants ze eten. Ik wil begrijpen welke koers ze met me uit willen. Begrijp me niet verkeerd: ik vind een staatshervorming noodzakelijk. Maar waar ik geen begrip voor kan opbrengen is het belang dat deze onderhandelingen nu krijgen. Als mijn politici 200 dagen lang zouden debateren over de bestrijding van onze armoede, of over een complete reconversie van onze mobiliteit, dat zou ik nog begrijpen. Maar dit debat is te duur in verhouding tot de relevantie van het probleem. Een natie moet je ook soms als een majestueus gebouw durven zien: er zijn een paar dingen die niet meer goed werken, maar is dat een reden om je kathedraal af te breken? Je kathedraal heeft toch ook andere redenen van bestaan dan haar functionaliteit en de kostprijs om haar te onderhouden? Moderniseer je kerkgebouw, maar laat het staan, want een keer het weg is kun je het nooit meer terugzetten.

U bent een van de vele auteurs die de petitie ondertekende. In De Morgen zei u: ‘Wij zijn de kanaries in de koolmijn.’ Leg eens uit. Een andere uitspraak uit een interview van een paar jaar geleden: 'De literatuur zelf moet een speelzone blijven. Ze moet amoreel zijn.' Tegelijk vind ik wat er nu aan het gebeuren is heel interessant. De schrijver is, zeker in vergelijking met tien jaar geleden, terug opiniemaker geworden.

Ik merk dat er weinig schrijvers en kunstenaars onberoerd blijven bij wat er vandaag gebeurt. Het was dan ook niet zo moeilijk om ondertekenaars voor de petitie te vinden. Ik denk dat we met z’n allen een evenwicht hebben gevonden tussen het zich artistiek uiten en het laten doorklinken van een opvatting.

U schreef vorig jaar een litanie tegen de Lange Wapper. Is dat dan niet de schrijfster Anne Provoost?

Ik breng als schrijfster vaak een boodschap, soms meer dan eentje zelfs. En in zo’n litanie gebruik ik van begin tot einde literaire technieken. Maar ik denk niet dat ik ooit een recensie zal lezen over de kwaliteit van die litanie. In die zin is het geen literair werk.

Wat gaat u doen in de KVS?

Ik ga een afscheidsgebed op de kist van Brussel lezen, dus ik blijf in de religieuze sfeer. Als het land uiteenvalt zijn we Brussel kwijt, en daarom begin ik alvast te rouwen. Ik hoor vanuit N-VAhoek nooit een aannemelijk voorstel over wat we met onze hoofdstad gaan doen. Waar ik over waak is dat ik nu niet ineens de Belgisch-nationalistische toer opga. Het opwekken van nationalistische gevoelens heeft altijd een onderliggende agenda: economisch chauvinisme. Of erger nog, zorgen dat het kanonnenvlees klaarstaat voor het geval iemand ons grondgebied betreedt. Daar doe ik niet aan mee.