Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

De presentatie van Boons feminateek in Gent

Anne Provoost, 15 april 2008

Hoe werd de fenomenale feminateek van Boon in Gent aan het publiek voorgelegd?

Als organisatoren van Zogezegd in Gent, het literair festival van Radio 1, wilden we de feminateek voorstellen als literair-historisch erfgoed. Wat er op de prentjes stond interesseerde ons minder dan de omvang, het opzet, de hele sfeer en opbouw van de feminateek. Onze tentoonstelling mocht in geen geval een peepshow worden, we wilden dus geen gekleurd licht, geen gordijntjes of pluche. We zochten naar een museale sfeer, zo droog en wetenschappelijk mogelijk.

We beseften al snel dat een expositie in de klassieke zin van het woord, met afbeeldingen die worden ingekaderd en opgehangen, voor ons geen optie was. Het zou hebben betekend dat we moesten selecteren. Selecteren is net wat we niet wilden doen. Belangrijk vonden we de toeschouwers overzicht te geven, te zorgen dat wie naar Vooruit kwam de indruk kreeg dat hij in Erembodegem voor de rekken stond, en bij wijze van spreken losweg een doos van de schabben kon pakken en doorbladeren.

Ons eerste probleem was de omvang van de collectie. We berekenden dat je, als je elke afbeelding acht seconden liet zien, je zes werkdagen van acht uur nodig had om de collectie volledig te tonen. Toch wilden we de toeschouwer zo veel mogelijk presenteren op één avond tijd. Er zijn de voorbije jaren al zes of zeven exposities geweest van de feminateek. Altijd blijft de toeschouwer met het gevoel zitten dat er al een schifting is gemaakt, want hij krijgt er nooit meer dan een honderdtal te zien. We wilden dat de confrontatie tussen het publiek en de feminateek zo rechtstreeks mogelijk was, zonder daarbij de veiligheid van de feminateek in gevaar te brengen.

Dus kozen we voor de opstelling van een glazen ruimte met archivarissen, acteurs die de opdracht kregen om als grijze muizen, zonder toneel te spelen, nauwgezet en met respect voor de verzameling de doosjes aan de ramen te doorbladeren. Ze kregen witte handschoenen om hun archivarisfunctie te benadrukken. Jo Boon vroeg ons ook om busjes lijm klaar te zetten. De lijm die Louis Paul Boon heeft gebruikt om de plaatjes vast te maken is in de voorbije dertig jaar verstorven. Het gebeurt bijna nooit meer dat de feminateek wordt doorbladerd. Als de afbeeldingen loslieten, hadden de archivarissen de taak ze weer vast te plakken. De feminateek ging na de voorstelling in Gent immers weer voor jaren het archief in.

Het tweede probleem waar we een oplossing voor moesten vinden was de kinderpornografie. De collectie van Boon bestaat uit verschillende delen. Het grootste gedeelte zijn afbeeldingen van mooie vrouwen, sommige geërotiseerd, andere niet. Dit kun je zelfs bijna geen soft porno noemen, het is softer dan soft porno. Het zijn de schonen die we altijd te zien krijgen als Boons feminateek aan het publiek wordt voorgesteld: op exposities, in kranten, in de uitgave van Meulenhof/Manteau van 2004, op het internet. Wie altijd slechts dat deel van de feminateek te zien krijgt, begrijpt natuurlijk niet waarom er over de feminateek zo dramatisch wordt gedaan.

Een ander deel van de feminateek is wel degelijk pornografisch, een aantal hard pornografisch, met standjes en penetraties in alle mogelijke variaties en met alle mogelijke voorwerpen (een champagnefles, een fietsstuur, een cactus). Volgens art. 380ter van het strafwetboek is het vertonen van pornografische afbeeldingen aan minderjarigen verboden. Ook die afbeeldingen zijn in Gent door de archivarissen aan het publiek getoond, er was immers vooraf en aan de ingang duidelijk gesteld dat kinderen niet waren toegelaten.

In de collectie van Boon zitten ook afbeeldingen van kinderen. Ook daar weer zijn de meeste afbeeldingen overwegend afbeeldingen van kinderen in volstrekt neutrale houdingen: naakte kinderen in de zandbak, blote pubers aan nudistenstranden, ... deze afbeeldingen werden door de archivarissen in Gent aan het publiek voorgelegd.

In de collectie van Boon zaten ook tussen de twintig en de veertig afbeeldingen van kinderen die seksuele handelingen stellen, met volwassenen en met elkaar, of poseren in houdingen die bedoeld zijn om de kijker te prikkelen. In de tijd van Boon waren die afbeeldingen hier of in Nederland vrij in de handel. Onze mores rond kinderen afgebeeld in nadrukkelijk pornografische houdingen zijn sinds de tijd van Boon grondig veranderd. Wie dit soort afbeeldingen vandaag in bezit heeft riskeert minstens vijf jaar gevangenisstraf. De maatschappelijke consensus over deze beperking is in ons land al enige tijd vrij groot. Als organisatoren konden ook wij ons vinden in die wet: hoezeer men in de jaren zestig ook vond dat kinderen libertijns moesten worden opgevoed, kinderporno heeft altijd te maken met een machtsverhouding. De beelden die we uit de collectie hebben geweerd mag niemand in bezit hebben, mag niemand aan iemand anders laten zien, mag niemand kopiëren, mag niemand vervoeren. Ze werden vervangen door een blanco vel papier met daarop een verwijzing naar de wet op de kinderpornografie. De erven Boon hebben de gewraakte afbeeldingen overigens sinds de rel in Antwerpen uit de verzameling verwijderd, zelfs op de schabben van Erembodegem zijn ze vandaag niet meer te vinden. Een maatschappelijke consensus over onze zedelijkheid is wellicht zeer tijdsgebonden – misschien denken we hier over honderd of honderd vijftig jaar weer helemaal anders over. Het zou jammer zijn als een document zoals de feminateek omwille van dit onderdeel in 2008 door de zedenpolitie wordt aangeslagen.

Schrijven en praten over kinderen die seksuele handelingen stellen mag in ons land wel. Dat heeft Boon ook gedaan. Een boek als Mieke Maaikes obscene jeugd is niet verboden, het verschijnt overmorgen vrijdag in een nieuwe editie bij Arbeiderspers. Boon heeft ook een catalogus geschreven bij de feminateek. In Gent hebben de acteurs de catalogus integraal voorgelezen. Zo kon de toeschouwer toch zo uitgebreid mogelijk kennismaken met de feminateek. Waar de wet visuele beperkingen inbouwde, was er auditieve volledigheid.