Lezingen

Nieuws
Werk
   -Alle
   -Ebooks
   -Luisterboeken
   -Bewerkt/Verfilmd
   -Vertaald
   -Bekroond

Auteur
   -Biografie
   -Bibliografie
   -Prijzen
   -Interviews
   -Standpunt
   -Dissertaties
   -Favorieten

Audio/Video
Foto's
Contact

Juryverslag

Juryverslag Gouden Zoen voor De arkvaarders
2002

Het lezen van De arkvaarders van Anne Provoost is een indringende ervaring. Het proeven van de rijkdom van de taal betekent een ware sensatie, de beschouwingen raken diep en stemmen tot nadenken en ondanks de bekendheid van het verhaal is er de spanning van het verloop van de gebeurtenissen.

Het verhaal wordt verteld door Re Jana, een donker meisje. Uit angst voor het water trekt zij met haar vader, verlamde moeder en gids landinwaarts de droge woestijn in, waar een enorm schip zou worden gebouwd. Noach, in het boek alleen als 'bouwheer' aangeduid, bouwt zonder kennis van schepen aan de ark en vader treedt in dienst, ook al vindt hij het een waanzinnig project. Gaandeweg het verhaal wordt duidelijk dat slechts een aantal uitverkorenen mee aan boord mag. Dat is het grote geheim dat de duizenden zwoegende arbeiders niet mogen kennen uit angst voor opstand en paniek. Cham, zoon van Noach die Re Jana in het geheim lief heeft, zegt: "'Voor genade is het te laat. De Onnoembare heeft zijn beslissing genomen. Het komt er nu op aan bij de uitverkorenen te horen.'" (p.46) God, de Onnoembare, is teleurgesteld in zijn schepping en forceert met de zondvloed een nieuw begin.

De vader van Re Jana laat het er echter niet bij zitten. Uit verzet tegen zoveel wreedheid is hij in het geheim een klein bootje voor zijn eigen gezin gaan bouwen om de Onnoembare te slim af te zijn. Huiveringwekkend is de scheiding tussen degenen die mogen overleven en degenen die zullen sterven. De bouwheer handelt uitsluitend op gezag van de Onnoembare. Re Jana wordt op het laatste moment in de ark gesmokkeld en vader overleeft op een papyrusboot - zijn eerste, houten boot was door een van de zoons van Noach lekgeslagen. Het relaas van de lange tocht van de ark op het water is even beklemmend voor de lezer als voor de opvarenden zelf. Als het water zakt, is Re Jana zwanger van Cham en ze baart in de gestrande ark haar zoon Kanaän. De verstekeling is de moeder geworden van een nieuw volk en vervloekt door de bouwheer trekt ze met Cham haar vader achterna.

Het verhaal van De arkvaarders is groots van opzet, rijk van taal, detail en symboliek, van grote epische kwaliteit met indringende levenslessen en rake beschouwingen. Het is een ontluisterend verhaal van de grootheidswaanzin van een man en zijn zonen die zichzelf boven anderen stellen omdat zij in de juiste God geloven. Zij zullen de mensheid redden in opdracht van een ondoorgrondelijk God. Hun plan slaagt omdat ze genadeloos zijn: alle werklui die hielpen om het karwei te klaren, verdrinken jammerlijk als het water stijgt. De beloning is teleurstellend: een aan boord gesmokkeld meisje wordt stammoeder van het eerste nieuwe volk in een wereld die door de kaalgeslagen moddervlaktes geen gelijkenis vertoont met het verwachte paradijs.

Tegenwicht wordt geboden door de pure, eerlijke familie van Re Jana. Mensen die in een andere god geloven, een die beloont en niet straft. Zij verzorgen hun verlamde moeder liefdevol. "'Waarom houdt je vader haar in leven? (…) Waarom een vrouw meesjouwen die niet beweegt als je haar beveelt?'" vraagt Cham. " 'Ze is ons lief,'" (…) antwoordt Re Jana. (p. 39-40) Op de ark gaat ze in discussie met de bouwheer die haar onderricht over de sterfelijkheid en eindigheid van de mens.
'Waarom zijn we er dan, als het leven zo tijdelijk is? (vraagt ze).
'Om te aanbidden en te offeren.'
'Dan is de Onnoembare alleen op zichzelf gesteld, De mensen zullen zich tegen Hem keren en Hem snel vergeten. Is uw Onnoembare god een goede god?'
'Hij is een goede god.'
'Dan moet Hij troosten. Dan moet Hij Zijn volk de zinloosheid besparen en een vooruitzicht bieden.' (…)
'Een nieuw leven in een paradijs als beloning voor wie het heeft verdiend. (…)Is dat niet mooi?'
'Ja, gelijk heb je. (…) zo zal ik het me voorstellen.'" (262-263)
Re Jana komt uit een familie die keuzes weet te maken, die zich niet laat leiden door de rigide regels van een god, maar zelf beslissingen neemt. "'(…) Is een nieuwe wereld met mensen met inzicht en verstand niet te verkiezen boven een met uitsluitend rechtschapenen?'"(…) zegt haar vader (p.121). Zijn gelijk blijkt als Re Jana de arkvaarders na de stranding aanschouwt: Dit waren ze, de uitverkorenen, het begin van een nieuwe mens. Niemand was veranderd.

Provoost buit de spaarzaamheid van het bijbelverhaal uit; ze vult het in en ze vult het aan, maar vooral diept ze het enorm uit. Het verhaal blijft geloofwaardig in de bijbelse context, maar tegelijkertijd heeft het een ongelofelijke actualiteit. In de roman voltrekt zich een drama tussen uitverkorenen en verdoemden, tussen ingezetenen en nieuwkomers, wat doet denken aan vele gebeurtenissen in de geschiedenis. Gelukkig blijkt een ommekeer mogelijk: Cham keert zich af zijn vader en broers. En de roman zelf biedt het tegenwicht, of de troost, van de poëtische taal.

De schrijver is erin geslaagd een boek te voltooien even groots als de ark. De vele personen en de verschillende verhaallijnen houden de aandacht van de lezer goed vast. Personen en situaties worden zeer beeldend en nauwgezet beschreven. Het is een roman voor literaire fijnproevers, die aan jonge, minder geoefende lezers hoge eisen stelt. Gelukkig kan het verhaal op meerdere manieren gelezen worden: als een historische roman, als een spannend verhaal, als een ideeënroman. Dit verhaal bewijst dat de strikte grenzen van de categorie jeugdliteratuur aan het vervagen zijn.

Het is een magistrale roman. Wie het boek gelezen heeft is een ervaring rijker.